In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 september 2020. Eiser stelt dat de notaris, verweerder in cassatie, zijn zorgplicht heeft geschonden bij de overdracht van onroerend goed, wat heeft geleid tot schade door een te hoog percentage overdrachtsbelasting. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken van de rechtbank Limburg en het gerechtshof, waaruit blijkt dat de notaris de juiste procedures heeft gevolgd. De advocaat-generaal S.D. Lindenbergh heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.