ECLI:NL:HR:2022:613

Hoge Raad

Datum uitspraak
22 april 2022
Publicatiedatum
21 april 2022
Zaaknummer
20/03569
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid belastingadviseur voor beroepsfout en klachten over grenzen rechtsstrijd

In deze zaak heeft [Senior] beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de aansprakelijkheid van een belastingadviseur voor een beroepsfout. [Senior] heeft klachten ingediend over de grenzen van de rechtsstrijd en de onjuiste toepassing van belastingrecht. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Zeeland-West-Brabant en een arrest van het hof. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk verwerpt de Hoge Raad het beroep en veroordeelt [Senior] in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/03569
Datum22 april 2022
ARREST
In de zaak van
[Senior],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [Senior],
advocaat: Y.E.J. Geradts,
tegen
[de Stichting],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ABAB,
advocaat: B.I. Kraaipoel.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/02/304844 / HA ZA 15-605 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 december 2015 en 22 februari 2017;
het arrest in de zaak 200.218.323/01 van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 augustus 2020.
[Senior] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
ABAB heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal P.J. Wattel strekt tot verwerping.
De advocaat van [Senior] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [Senior] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABAB begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
22 april 2022.