Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste en het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van het derde cassatiemiddel
4.Beslissing
20 december 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de zogenaamde Caravanmoord/Campingmoord te Meerlo, waarbij de verdachte is veroordeeld voor doodslag. De Hoge Raad heeft zich in deze uitspraak gericht op drie belangrijke punten: de bewijsklacht met betrekking tot opzet op levensberoving, het beroep op noodweer(exces), en de maximale duur van gijzeling bij schadevergoedingsmaatregelen volgens artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten over de bewijsklacht en het beroep op noodweer(exces) niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. Dit betekent dat de Hoge Raad geen aanleiding zag om de eerdere beslissing van het hof te herzien. Echter, de Hoge Raad heeft wel de duur van de gijzeling die was opgelegd aan de verdachte in verband met de schadevergoedingsmaatregelen herzien. Het hof had een totale duur van 362 dagen gijzeling opgelegd, wat in strijd was met de wettelijke maximumduur van één jaar.
De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd voor wat betreft de duur van de gijzeling en zelf de duur van de gijzeling vastgesteld. Voor de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer 1 is 134 dagen gijzeling bepaald, voor slachtoffer 2 148 dagen, en voor slachtoffer 3 78 dagen. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen, wat betekent dat de andere aspecten van de uitspraak van het hof in stand blijven.