Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
20 december 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft een verdachte die in 2019 betrokken was bij de doodslag op zijn 73-jarige huisbaas in Leeuwarden, alsook bij diefstal. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte over de uitspraak van het hof beoordeeld, maar deze klachten konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.
Daarnaast heeft de Hoge Raad ambtshalve de uitspraak van het hof vernietigd met betrekking tot de duur van de gijzeling die was opgelegd in verband met de schadevergoedingsmaatregelen. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de duur van de gijzeling, die maximaal één jaar kan bedragen, in deze zaak moest worden aangepast. De Hoge Raad heeft de gijzeling voor de verschillende slachtoffers vastgesteld op respectievelijk 95, 238 en 27 dagen, waarbij de totale duur van de gijzeling nu voldoet aan het wettelijk maximum van één jaar. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.