Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
Verder heeft het hof met betrekking tot de door Ahrar al-Sham gepleegde misdrijven onder meer vastgesteld dat de organisatie in augustus 2013 heeft deelgenomen aan een offensief in de Syrische provincie Latakia. Tachtig procent van de bevolking van deze provincie bestaat uit Alawieten. Tijdens het offensief heeft een slachting onder ongewapende burgers – waaronder kinderen, vrouwen en bejaarden – plaatsgevonden. Voor dit sektarisch bloedbad is Ahrar al-Sham medeverantwoordelijk. Daarnaast heeft Ahrar al-Sham zich schuldig gemaakt aan gijzeling van burgers. Zij koos daarbij bewust vrouwen en kinderen uit om te gijzelen en te ruilen tegen door de vijand genomen gevangenen. Verder is Ahrar al-Sham vanaf 2012 tot en met 2016 betrokken geweest bij de belegering van steden en dorpen. Deze belegering had onder meer tot doel het uitoefenen van druk op de inwoners van een stad. Bij deze belegeringen werd burgers medische en humanitaire hulp ontzegd.
3.Beoordeling van het vierde cassatiemiddel
4.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
5.Beslissing
13 december 2022.