De rechtbank heeft de hiervoor in 2.2 vermelde beslissing, samengevat en voor zover in cassatie van belang, als volgt gemotiveerd.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen. (rov. 3.1)
Betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. (rov. 3.3)
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige materiële schade, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat zij onder invloed van een ander raakt. (rov. 3.4)
Bij betrokkene is sprake is van een afhankelijkheid van diverse middelen (cannabis, alcohol, GHB, XTC, MDMA) en een verstandelijk beperkt functioneren. Betrokkene is fors ontregeld geraakt vanaf december 2021. Zij verbleef binnen een begeleid wonen-setting van het Leger des Heils. Doordat haar vaste woonbegeleiders plotseling uit hun functie werden gezet, is betrokkene opnieuw gaan gebruiken en onttrok zij zich aan de begeleiding. Ze werd vervolgens voor een time-out op een andere plek van het Leger des Heils geplaatst maar ook daar misdroeg ze zich, zorgde zij voor dermate veel overlast dat de politie erbij moest worden betrokken en heeft zij onbeschermd seksueel contact gehad met meerdere mannen. (rov. 3.5)
Om het ernstig nadeel af te wenden, de fysieke gezondheid van betrokkene te herstellen of te stabiliseren in het geval haar gedrag als gevolg van de psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor, de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat zij haar autonomie zoveel mogelijk herwint en de geestelijke gezondheid te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig. (rov. 3.6)
Er zijn (thans nog) geen, althans onvoldoende mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Weliswaar verkeert betrokkene momenteel in een relatief rustige fase, deze situatie is echter nog zeer pril en fragiel. Betrokkene is zeer kwetsbaar gebleken voor een ontregeling met terugval in middelengebruik. Omdat betrokkene bij terugval in gebruik alle middelen die voorhanden zijn gebruikt, ontstaat gevaar voor een overdosis. Ook valt zij dan makkelijk in handen van personen die (seksueel) misbruik van haar maken. De kans bestaat dat zij haar huidige woonplek verliest, gaat zwerven en maatschappelijk teloorgaat. Het is daarom in het belang van haar eigen veiligheid dat er direct ingegrepen kan worden als betrokkene weer ontregelt, met eventueel een korte opname, om haar zo snel mogelijk weer te kunnen stabiliseren en daarna de huidige hulpverlening en behandeling voort te kunnen zetten. Om die reden is verplichte zorg nodig. (rov. 3.7)
Het is de rechtbank tijdens de behandeling gebleken dat het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, zoals voorgesteld in het verzoek van de officier van justitie niet (meer) noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden, en dat uitsluitend de in het dictum benoemde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. (rov. 3.8)
De wel toe te wijzen zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. (rov. 3.9)