Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.Beoordeling van de aanvraag
4.Beslissing
6 december 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 6 december 2022 uitspraak gedaan op een aanvraag tot herziening van een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De aanvraagster, veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling, stelde dat er ernstige twijfels bestonden over de eerdere uitspraak, omdat er nieuw deskundigeninzicht was gepresenteerd. Dit deskundigeninzicht, opgesteld door T.J. Dankers, zou volgens de aanvraagster hebben geleid tot een vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging als het eerder bekend was geweest. De Hoge Raad oordeelde echter dat het rapport niet voldeed aan de eisen van artikel 457 lid 1, aanhef en onder c, van het Wetboek van Strafvordering, omdat het niet de benodigde informatie bevatte om de nieuwheid en waarde van het deskundigeninzicht te kunnen beoordelen. Bovendien was de conclusie van het rapport voornamelijk gebaseerd op stukken uit het strafdossier en een interview met een getuige, die niet substantieel afweken van eerdere verklaringen. De Hoge Raad concludeerde dat de aanvraag kennelijk ongegrond was en wees deze af.