ECLI:NL:HR:2022:1798

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
1 december 2022
Zaaknummer
22/03477
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Artikel 80a RO-zaken
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak onder de Participatiewet

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van belanghebbenden [X1] en [X2] tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 26 juli 2022. De Centrale Raad had eerder uitspraak gedaan op het hoger beroep van belanghebbenden tegen een beslissing van de Rechtbank Rotterdam, die betrekking had op besluiten van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam ingevolge de Participatiewet. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat het beroep duidelijk niet kan slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals toegestaan onder artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is uitgesproken in het openbaar op 2 december 2022 door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer22/03477
Datum2 december 2022
ARREST
in de zaak van
[X1] en [X2] te [Z] (hierna: belanghebbenden),
vertegenwoordigd door N. Roos,
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 26 juli 2022, nrs. 20/104 PW, 20/106 PW, 20/2434 PW en 20/3486 PW [1] , op het hoger beroep van belanghebbenden tegen een uitspraak van de Rechtbank Rotterdam (nrs. 19/3661, 19/3683, 19/5655 en 20/1639) betreffende besluiten van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam ingevolge de Participatiewet.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen.
De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en A.E.H. van der Voort Maarschalk, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2022.