ECLI:NL:HR:2022:1792

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2022
Publicatiedatum
1 december 2022
Zaaknummer
21/02341
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over generieke vergoedingsregeling en hinderpaalcriterium in de Zorgverzekeringswet

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Stichting GGZ Momentum en Zilveren Kruis c.s. Momentum, de eiseres tot cassatie, heeft beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. Zilveren Kruis c.s., de verweerders in cassatie, hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De zaak betreft de toepassing van de Zorgverzekeringswet, specifiek het hinderpaalcriterium en de generieke vergoedingsregeling voor niet-gecontracteerde zorg bij naturapolissen.

De Hoge Raad heeft de klachten van Momentum over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering hoeven geven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Het incidentele beroep van Zilveren Kruis c.s. behoeft geen behandeling, omdat het afhankelijk is van de uitkomst van het principale beroep. De Hoge Raad heeft in zijn beslissing Momentum veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/02341
Datum9 december 2022
ARREST
In de zaak van
STICHTING GGZ MOMENTUM,
gevestigd te Veldhoven,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: Momentum,
advocaat: T. van Malssen,
tegen
1. ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERING N.V.,
gevestigd te Utrecht,
2. FBTO ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Leeuwarden,
3. OZF ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
4. AVERO ACHMEA ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
5. IAK VOLMACHT B.V.,
gevestigd te Utrecht,
6. INTERPOLIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Zilveren Kruis c.s.,
advocaat: J.P. Heering.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/09/550032 / HA ZA 18/327 van de rechtbank Den Haag van 16 mei 2018 en 21 november 2018;
het arrest in de zaak 200.273.086/01 van het gerechtshof Den Haag van 30 maart 2021.
Momentum heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Zilveren Kruis c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor Zilveren kruis c.s. mede door C.A. Bosma.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaat van Momentum heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het principale beroep;
  • veroordeelt Momentum in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Zilveren Kruis c.s. begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
9 december 2022.