ECLI:NL:HR:2022:1742

Hoge Raad

Datum uitspraak
25 november 2022
Publicatiedatum
24 november 2022
Zaaknummer
21/03877
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over dwangsomveroordeling en vordering tot opheffing

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 25 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Metroprop B.V. en Coltavast c.s. Metroprop, gevestigd te Amsterdam, was eiseres tot cassatie en verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep. Coltavast c.s., bestaande uit Coltavast Rotterdam B.V. en Coltavast B.V., gevestigd te Heerhugowaard, waren verweerders in cassatie en eiseressen in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep. De advocaten van Metroprop waren G.C. Nieuwland en J.W. de Jong, terwijl R.L.M.M. Tan de advocaat was van Coltavast c.s.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere vonnissen en arresten, waaronder een vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 20 mei 2020 en een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 20 juli 2021. Metroprop had beroep in cassatie ingesteld tegen het arrest van het hof, terwijl Coltavast c.s. een voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep hadden ingesteld. Beide partijen hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht. Het incidentele beroep behoeft geen behandeling, omdat het was ingesteld onder de voorwaarde dat het principale beroep tot vernietiging van het arrest zou leiden.

In zijn beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep verworpen en Metroprop veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien Metroprop deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak heeft voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/03877
Datum25 november 2022
ARREST
In de zaak van
METROPROP B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna: Metroprop,
advocaten: G.C. Nieuwland en J.W. de Jong,
tegen
1. COLTAVAST ROTTERDAM B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
2. COLTAVAST B.V.,
gevestigd te Heerhugowaard,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het voorwaardelijke incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: Coltavast c.s.,
advocaat: R.L.M.M. Tan.

1.Procesverloop in cassatie

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. het vonnis in de zaak C/13/681613 / KG ZA 20-281 HH/LO van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 20 mei 2020;
b. het arrest in de zaak 200.283.353/01 van het gerechtshof Amsterdam van 20 juli 2021.
Metroprop heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Coltavast c.s. hebben voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor Metroprop mede door R. de Graaff.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
De advocaten van Metroprop hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel in het principale beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
Het incidentele beroep, dat is ingesteld onder de voorwaarde dat het middel in het principale beroep tot vernietiging van het arrest van het hof leidt, behoeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen geen behandeling.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het principale beroep;
- veroordeelt Metroprop in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Coltavast c.s. begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien Metroprop deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak, als voorzitter, en de raadsheren C.H. Sieburgh en S.J. Schaafsma, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
25 november 2022.