ECLI:NL:HR:2022:1703

Hoge Raad

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
17 november 2022
Zaaknummer
20/04165
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling arrest inzake verwijzing naar gerechtshof Amsterdam in cassatiezaak van cardiologen tegen de Staat der Nederlanden

In deze zaak hebben de cardiologen, vertegenwoordigd door advocaat J.P. Heering, cassatie ingesteld tegen de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de advocaten K. Teuben en P.J. Tanja. De Hoge Raad heeft op 14 oktober 2022 een arrest gewezen, maar in dat arrest was niet aangegeven naar welk hof de zaak zou worden verwezen. Op 17 oktober 2022 heeft de advocaat van de cardiologen verzocht om aanvulling van het arrest op basis van artikel 32 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De Staat heeft zich op 18 oktober 2022 gerefereerd aan de beslissing van de Hoge Raad over dit aanvullingsverzoek. De Procureur-Generaal heeft geen aanvullend standpunt ingenomen.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de verwijzing naar het hof ontbrak in het eerdere arrest en heeft besloten deze aan te vullen. In de beslissing van 18 november 2022 heeft de Hoge Raad bepaald dat de zaak wordt verwezen naar het gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling en beslissing. Deze aanvulling is op de minuut van het eerdere arrest gesteld, waarmee de procedure verder kan worden voortgezet. Het arrest is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/04165
Datum18 november 2022
ARREST
In de zaak van
1. [cardioloog 1],
wonende te [woonplaats],
2. [cardioloog 2],
wonende te [woonplaats],
3. [cardioloog 3],
wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie, verweerders in het incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk ook: de cardiologen,
advocaat: J.P. Heering,
tegen
DE STAAT DER NEDERLANDEN (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport),
zetelende te Den Haag,
VERWEERDER in cassatie, eiser in het incidentele cassatieberoep,
hierna: de Staat,
advocaat: aanvankelijk K. Teuben, thans P.J. Tanja.

1.Het arrest in dit geding

1.1
De Hoge Raad heeft in deze zaak op 14 oktober 2022 een arrest gewezen. Op 17 oktober 2022 heeft de advocaat van de cardiologen verzocht het arrest op de voet van art. 32 Rv aan te vullen in die zin dat wordt aangegeven naar welk hof de zaak wordt verwezen. Op 18 oktober 2022 heeft de advocaat van de Staat bericht dat de Staat zich refereert aan de beslissing van de Hoge Raad op het aanvullingsverzoek. De Procureur-Generaal is in de gelegenheid gesteld aanvullend te concluderen, maar heeft daarvan afgezien.
1.2
De Hoge Raad stelt vast dat in het arrest van 14 oktober 2022 niet is bepaald naar welk hof de zaak wordt verwezen. Dit wordt aangevuld als hierna in het dictum bepaald.

2.Beslissing

De Hoge Raad:
vult het dictum in het arrest van 14 oktober 2022 in het incidentele beroep als volgt aan:
- verwijst het geding naar het gerechtshof Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing;
- stelt deze aanvulling op de minuut van het arrest.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
18 november 2022.