Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
15 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beslissing van het gerechtshof Amsterdam van 11 juni 2021. Het beroep in cassatie is ingesteld door de betrokkene, die in een eerdere strafzaak was veroordeeld voor het aanwezig hebben van hennepplanten, maar vrijgesproken was van het telen van hennep. De advocaat van de betrokkene, R.J. Wortelboer, heeft een cassatiemiddel ingediend, waarin hij verzocht om de ontnemingsvordering van het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk te verklaren of af te wijzen. De advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de beslissing van het gerechtshof in stand blijft.