ECLI:NL:HR:2022:1603

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
21/04095
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid bij renteswaps en omkeringsregel in cassatie

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 november 2022 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van Swapschade c.s. tegen ABN Amro. De zaak betreft klachten over de omkeringsregel in een aansprakelijkheidsprocedure met betrekking tot renteswaps. Swapschade c.s. heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat eerder op 6 juli 2021 was gewezen. De Hoge Raad heeft de klachten van Swapschade c.s. beoordeeld, maar deze niet gegrond bevonden. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van het arrest van het hof, en dat het niet nodig was om te motiveren waarom dit oordeel was genomen. Dit is in lijn met artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie, dat bepaalt dat de Hoge Raad niet hoeft te motiveren als de vragen niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.

De Hoge Raad heeft het beroep van Swapschade c.s. verworpen en hen veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van ABN Amro zijn begroot op € 7.086,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris. De uitspraak is gedaan door de vicepresident M.J. Kroeze en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer21/04095
Datum11 november 2022
ARREST
In de zaak van
1. SWAPSCHADE B.V.,
optredend als gevolmachtigde van verweerders 2 tot en met 11,
2. De vennootschap onder firma [de vof], alsmede haar vennoten [betrokkene 1], [betrokkene 2] en [betrokkene 3], gevestigd respectievelijk wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3], wonende te [woonplaats],
4. LOTUS IMPORT NEDERLAND B.V., gevestigd te Lochem,
5. NUSA INDA B.V., gevestigd te Haarlem,
6. De commanditaire vennootschap [de cv], alsmede haar beherend vennoot [betrokkene 4], gevestigd respectievelijk wonende te [woonplaats],
7. BMA BEHEER B.V., gevestigd te Numansdorp, gemeente Hoeksche Waard,
8. [eiser 8] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
9. DE PILAAR B.V., gevestigd te Amersfoort,
10. [eiser 10], zaakdoende te [vestigingsplaats],
11. [eiser 11] handelende onder de naam [A], zaakdoende te [vestigingsplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: Swapschade c.s.,
advocaat: aanvankelijk A.C. van Schaick en thans D. Rijpma,
tegen
ABN AMRO N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: ABN Amro,
advocaat: F.E. Vermeulen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de vonnissen in de zaak C/13/649063 / HA ZA 18-578 van de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2019 en 17 juli 2019;
het arrest in de zaak 200.266.830/01 van het gerechtshof Amsterdam van 6 juli 2021.
Swapschade c.s. hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
ABN Amro heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, en voor ABN Amro mede door C.F.B.
Groot Rouwen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Swapschade c.s. heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Swapschade c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ABN Amro begroot op € 7.086,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
11 november 2022.