Uitspraak
wonende te [woonplaats],
gevestigd te Zeist,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
11 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 juni 2021. De zaak betreft de aansprakelijkheid van de producent, GlaxoSmithKline B.V. (hierna: GSK), voor schade die is ontstaan door het gebruik van een off label voorgeschreven antidepressivum door een jonge patiënt. De Hoge Raad heeft de klachten van eiser over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft daarbij geen motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en eiser veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van GSK zijn begroot op € 916,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.