Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
8 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was in eerste instantie veroordeeld voor diefstal met geweld en het ongecontroleerd bezit van hennep en een mes. De Hoge Raad heeft zich gebogen over de vraag of het hof terecht heeft geoordeeld dat deze voorwerpen aan het verkeer onttrokken konden worden op basis van artikel 36d van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad oordeelde dat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het inbeslaggenomen mes en de hennep aan het verkeer onttrokken werden. Er ontbraken essentiële vaststellingen over de aard van het mes en de hennep, en of deze voorwerpen konden dienen tot het begaan of de voorbereiding van soortgelijke feiten. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar alleen wat betreft de beslissing over de onttrekking van het mes. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar het beroep voor het overige verworpen. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de beoordeling van de onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen voorwerpen, vooral in gevallen waar de motivering van het hof tekortschiet.