ECLI:NL:HR:2022:1581

Hoge Raad

Datum uitspraak
4 november 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
22/00997
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beëindiging gezag moeder en uithuisplaatsing van kinderen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door een moeder tegen de Raad voor de Kinderbescherming, regio Noord-Nederland. De moeder, die op een geheim adres woont, had eerder in de procedure het gezag over drie van haar kinderen verloren. De zaak betreft de vraag of de zorgen die hebben geleid tot de uithuisplaatsing van de kinderen rechtvaardigen dat er daarna niet meer is gewerkt aan een terugkeer naar huis. Daarnaast werd de vraag gesteld of het verzoek om contra-expertise mocht worden afgewezen.

De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De advocaat-generaal M.L.C.C. Lückers had in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd. De Hoge Raad heeft de klachten van de moeder over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand zijn gebleven. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer22/00997
Datum4 november 2022
BESCHIKKING
In de zaak van
[de moeder],
wonende op een geheim te houden adres,
VERZOEKSTER tot cassatie,
hierna: de moeder,
advocaat: A.H. Vermeulen,
tegen
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING, REGIO NOORD-NEDERLAND,
gevestigd te Groningen,
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de raad,
niet verschenen,
Als belanghebbenden zijn in hoger beroep aangemerkt:
STICHTING LEGER DES HEILS JEUGDBESCHERMING & RECLASSERING,
gevestigd te Groningen,
en
de pleegouders.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak C/19/134190 / FA RK 20-3300 van de rechtbank Noord-Nederland van 4 mei 2021;
de beschikking in de zaak 200.298.439/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 23 december 2021.
De moeder heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raad heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de moeder heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak, als voorzitter, en de raadsheren C.E. du Perron en F.J.P. Lock, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.J.P. Lock op
4 november 2022.