Uitspraak
wonende op een geheim te houden adres,
gevestigd te Groningen,
gevestigd te Groningen,
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
4 november 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 4 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door een moeder tegen de Raad voor de Kinderbescherming, regio Noord-Nederland. De moeder, die op een geheim adres woont, had eerder in de procedure het gezag over drie van haar kinderen verloren. De zaak betreft de vraag of de zorgen die hebben geleid tot de uithuisplaatsing van de kinderen rechtvaardigen dat er daarna niet meer is gewerkt aan een terugkeer naar huis. Daarnaast werd de vraag gesteld of het verzoek om contra-expertise mocht worden afgewezen.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De advocaat-generaal M.L.C.C. Lückers had in zijn conclusie tot verwerping van het cassatieberoep geadviseerd. De Hoge Raad heeft de klachten van de moeder over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand zijn gebleven. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer F.J.P. Lock.