Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar drie jongste minderjarige kinderen. De rechtbank Noord-Nederland had op 4 mei 2021 het gezag van de moeder beëindigd, waartegen zij in beroep ging. De moeder voerde aan dat de gecertificeerde instelling (GI) onvoldoende inspanningen had verricht om de uithuisplaatsing te voorkomen en dat haar gezag ten onrechte was beëindigd. Het hof oordeelde dat de GI vóór de uithuisplaatsing voldoende inspanningen had geleverd en dat de beëindiging van het gezag gerechtvaardigd was. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en wees het verzoek van de moeder om contra-expertise af. De kinderen, die al geruime tijd in pleeggezinnen verbleven, hadden recht op stabiliteit en continuïteit in hun opvoeding. Het hof concludeerde dat het in het belang van de kinderen was dat zij niet meer terugkeerden naar de moeder, gezien de zorgen over haar opvoedingsvaardigheden en de onveilige situatie waarin de kinderen zich bevonden. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de belangen van de kinderen in zaken van gezagsbeëindiging.