In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 november 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep omdat de raadsman geen geldige schriftelijke volmacht had overgelegd. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere uitspraken en stelt dat een e-mailbericht zonder bijlage in beginsel niet kan worden aangemerkt als een schriftelijke volmacht. Echter, als in het e-mailbericht zelf een volmacht is opgenomen die voldoet aan de eisen en is ondertekend door de advocaat, kan dit wel als geldig worden beschouwd. In deze zaak was er een e-mailbericht van de raadsman waarin een digitale scan van de handtekening was opgenomen. De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk was in het hoger beroep. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.