AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Cassatie over terugbetaling van antidumpingrechten en compenserende rechten bij invoer van zonnepanelen uit China
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de terugbetaling van antidumpingrechten en compenserende rechten die door [X] B.V. zijn betaald bij de invoer van zonnepanelen uit de Volksrepubliek China. De belanghebbende had op 12 en 13 oktober 2015 aangiften gedaan voor het in het vrije verkeer brengen van zonnepanelen, waarvoor antidumping- en antisubsidiemaatregelen waren ingesteld. Na betaling van de rechten verzocht de belanghebbende op 24 november 2015 om terugbetaling, stellende dat voldaan was aan de voorwaarden voor vrijstelling van deze rechten, zoals vastgelegd in de relevante EU-verordeningen. De Inspecteur wees het verzoek af, omdat de vervaldatum van de benodigde verbinteniscertificaten op het moment van aanvaarding van de douaneaangifte was verstreken.
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde dat de vervaldatum van het verbinteniscertificaat van belang was voor de vrijstelling van de antidumpingrechten. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel en oordeelde dat de vrijstelling van antidumpingrechten en compenserende rechten slechts onder bepaalde voorwaarden kan worden verleend. De Hoge Raad oordeelde dat de vervaldatum van het verbinteniscertificaat voor uitvoer van belang is voor de toepassing van de vrijstellingen, en dat de goederen uiterlijk op de vervaldatum bij de douane moeten zijn aangegeven voor het vrije verkeer van de Unie. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelde de Staat tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan de belanghebbende, evenals een schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn in de cassatieprocedure.
Voetnoten
3.Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1238/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot instelling van definitieve antidumpingrechten op fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China, Pb 2013, L 325.
4.Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1239/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot instelling van een definitief compenserend recht op de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen), van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China, Pb 2013, L 325.
5.ECLI:EU:C:2019:440.
6.Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, Pb 2009, L 343.
7.Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn, Pb 2009, L 188.
8.Besluit van de Commissie van 2 augustus 2013 tot aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen en wafers) van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China, Pb 2013, L 209.
9.Vgl. ook HvJ 22 mei 2019, Krohn & Schröder GmbH, C-226/18, ECLI:EU:C:2019:440, punt 41.
10.Zie artikel 1 van het Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 4 december 2013 tot bevestiging van de aanvaarding van een verbintenis die is aangeboden in het kader van de antidumping- en de antisubsidieprocedure betreffende de invoer van fotovoltaïsche modules van kristallijn silicium en de belangrijkste componenten daarvan (cellen) van oorsprong uit of verzonden uit de Volksrepubliek China voor de periode waarin de definitieve maatregelen worden toegepast (2013/707/EU), Pb 2013, L 325.
11.HvJ 17 september 2014, Baltic Agro AS, C-3/13, ECLI:EU:C:2014:2227, punt 24.
12.Vgl. HvJ 22 mei 2019, Krohn & Schröder GmbH, C-226/18, ECLI:EU:C:2019:440, punt 49.