ECLI:NL:HR:2022:1545
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerder arrest inzake belastingrecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad der Nederlanden op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerder arrest van 7 mei 2021, met nummer 21/01009, ECLI:NL:HR:2021:716. Het verzoek om herziening was ingediend door [X] te [Z], vertegenwoordigd door M. Thiebou, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De Hoge Raad heeft het verzoek beoordeeld en de procureur-generaal bij de Hoge Raad kreeg de gelegenheid om een advies uit te brengen over de ontvankelijkheid van het verzoek.
De Hoge Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening duidelijk niet kan slagen. Op basis van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft de Hoge Raad besloten om het verzoek zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat de Hoge Raad geen inhoudelijke beoordeling van de zaak heeft gedaan, omdat het verzoek niet aan de vereisten voldeed.
Daarnaast heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing is openbaar uitgesproken en is genomen door de raadsheer M.A. Fierstra als voorzitter, samen met de raadsheren E.F. Faase en J.A.R. van Eijsden, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.