Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
18 oktober 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 oktober 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was in eerste aanleg door de politierechter veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vals Italiaans identiteitsbewijs en een vals rijbewijs. Het gerechtshof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, omdat hij bij het instellen van het hoger beroep niet zijn ware persoonsgegevens had bekendgemaakt. De Hoge Raad oordeelt echter dat de omstandigheid dat de verdachte mogelijk een andere naam heeft, niet automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid in het hoger beroep. De Hoge Raad verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat het hoger beroep kan worden ingesteld namens de persoon die is gedagvaard, ook al is er twijfel over de identiteit. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en wijst de zaak terug naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch voor herbehandeling.