In deze zaak heeft [X] B.V. beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 9 februari 2021, waarin het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland werd behandeld. De Rechtbank had eerder een informatiebeschikking gegeven aan [X] B.V. De Hoge Raad heeft op 14 oktober 2022 uitspraak gedaan in deze cassatieprocedure, onder nummer 21/01278.
De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend. De Advocaat-Generaal R.L.H. IJzerman heeft op 25 november 2021 geconcludeerd tot ongegrondverklaring van het beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft de middelen beoordeeld en geconcludeerd dat deze falen op de gronden die zijn vermeld in een eerder arrest met nummer 21/01277.
De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen en heeft het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is openbaar uitgesproken en is aan de uitspraak van het Hof gehecht.