2.1.1 Belanghebbende heeft een taxibedrijf en houdt zich daarnaast bezig met de handel in en de reparatie van auto’s en het verrichten van installatiewerkzaamheden.
2.1.2 In het kader van een voorgenomen boekenonderzoek heeft de Inspecteur belanghebbende verzocht om informatie. Omdat belanghebbende de gevraagde informatie na herhaalde verzoeken daartoe niet heeft verstrekt, heeft de Inspecteur met dagtekening 28 mei 2013 ten aanzien van belanghebbende een informatiebeschikking als bedoeld in artikel 52a, lid 1, AWR gegeven wegens het niet-voldoen aan de verplichtingen bedoeld in artikel 47, lid 1, aanhef en letters a en b, artikel 47a en artikel 53, lid 1, aanhef en letter b, AWR (hierna: de eerste informatiebeschikking).
2.1.3 Bij brief van 3 maart 2015 heeft de Inspecteur de eerste informatiebeschikking vernietigd, omdat belanghebbende inmiddels had voldaan aan haar verplichting mee te werken aan het boekenonderzoek.
2.1.4 Op 3 april 2015 heeft de Inspecteur opnieuw ten aanzien van belanghebbende een informatiebeschikking gegeven (hierna: de tweede informatiebeschikking). De tweede informatiebeschikking heeft hij gegeven omdat belanghebbende volgens de Inspecteur niet heeft voldaan aan de administratieplicht van artikel 52, lid 1, AWR en aan de bewaarplicht van artikel 52, lid 4, AWR.
2.2.1 Voor het Hof was in geschil of het de Inspecteur nog vrij stond om de tweede informatiebeschikking te geven.
2.2.2 Het Hof heeft geoordeeld dat de Inspecteur de tweede informatiebeschikking mocht geven omdat die informatiebeschikking – anders dan de eerste informatiebeschikking – niet ziet op schending van de plicht om informatie te verstrekken, maar op schending van de administratie- en bewaarplicht. Volgens het Hof is er geen rechtsregel die de inspecteur verbiedt om in zo’n situatie een tweede informatiebeschikking te geven. Verder heeft het Hof geoordeeld dat de Inspecteur met het geven van de tweede informatiebeschikking niet het verbod van détournement de pouvoir heeft geschonden, evenmin als het zorgvuldigheidsbeginsel, het rechtszekerheidsbeginsel en/of het vertrouwensbeginsel.