Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
Rechtbank Rotterdam d.d. 11 november 2013, ECLi:NL:RBROT:2013:8845
73. In deze zaak was de verdachte pleegmoeder van twee slachtoffers die op zeer jonge leeftijd bij haar zijn komen wonen. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het stelselmatig mishandelen van deze kinderen gedurende een periode van circa 4,5 jaar. De twee slachtoffers zijn met verschillende harde voorwerpen (riem, slipper, stok/lat, pollepel, paraplu en vlakke hand) geslagen om hen te corrigeren in hun gedrag. Ook heeft verdachte de kinderen met blote knieën op stenen laten zitten. Aan de verdachte is een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand opgelegd met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf van 120 uur. In hoger beroep is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 150 uur.
74. In deze zaak is de verdachte veroordeeld voor stelselmatige mishandeling van zijn vrouw en dochter gedurende respectievelijk circa 6 en 4 jaar. Daarnaast is de verdachte veroordeeld voor het meermalen pogen om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan zijn zoon gedurende circa 6 jaar. Voorts is de verdachte veroordeeld voor het mishandelen van de vriend van zijn dochter. De verdachte heeft de slachtoffers onder andere aan de haren getrokken, geslagen en geschopt en hen met voorwerpen - stokken, schep, hooivork, bezem - geslagen. De officier eiste een straf van 18 maanden met aftrek waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De rechtbank heeft afgeweken van deze eis en heeft de verdachte veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden met een proeftijd van twee jaar. Ter onderbouwing stelt de rechtbank dat het in het belang van de verdachte is dat hij binnen afzienbare tijd een behandeling in De Waag ondergaat en dat de kans groot is dat verdachte bij een (langdurige) onvoorwaardelijke gevangenisstraf zijn bedrijf kwijtraakt, waarmee het belang van zijn gezin niet is gediend.
75. In onderhavige zaak is de verdachte veroordeeld voor mishandeling meermalen gepleegd van vier kinderen gedurende circa 11 jaar waarbij de verdachte met een lat en/of kleerhanger en/of met gebalde vuisten en/of vlakke hand heeft geslagen en/of gestompt en/of met geschoeide voet heeft geschopt en/of getrapt en/of hardhandig aan een oor heeft vastgepakt en/of getrokken. De rechtbank achtte een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, gericht op het ondergaan van een behandeling bij een forensische polikliniek, passend en geboden.
76. De verdachte werd in deze zaak veroordeeld voor mishandeling meermalen gepleegd van zijn zoon gedurende ruim vier jaar, door met de vlakke hand tegen het gezicht of hoofd te slaan. De verdachte is veroordeeld tot een werkstraf van 30 uur, te vervangen door 15 dagen vervangende hechtenis.
77. De verdachte in deze zaak heeft zijn gezinsleden jarenlang stelselmatig emotioneel leed en lichamelijk letsel toegebracht, veroorzaakt door een aaneenschakeling van door hem gepleegde mishandelingen. Deze mishandelingen bestonden uit het slaan van zijn echtgenote en zijn acht kinderen variërend in de leeftijd van 1 tot 20 jaar, waarbij de verdachte gebruik maakte van een lat/stok. Voorts heeft de verdachte een kussen op het hoofd van zijn echtgenote gedrukt, als gevolg waarvan haar bijna de mogelijkheid werd ontnomen om adem te halen. Ook in deze zaak was sprake van godsdienstige opvattingen. De verdachte wordt veroordeeld voor poging tot doodslag, mishandeling van zijn kinderen meermalen gepleegd, bedreiging met zware mishandeling meermalen gepleegd en mishandeling begaan tegen zijn echtgenote, meermalen gepleegd. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden op, waarvan vijf maanden voorwaardelijk.
78. In deze zaak achtte de rechtbank bewezen dat de verdachte in een periode van respectievelijk 8 en 4 jaar zijn twee kinderen meermalen heeft mishandeld door telkens onder meer met een riem, gebalde vuist en zijn hand tegen het lichaam te slaan en stompen, aan de oren te hebben getrokken, de keel te hebben vastgepakt en dichtgeknepen en de kinderen tegen de kast te hebben geduwd. De rechtbank heeft de verdachte een werkstraf opgelegd voor de duur van 240 uren, waarvan 60 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
79. De onderbouwing daarvoor wordt gevonden in rapporten van [verdachte] en [medeverdachte] van Forensisch Maatwerk. Voor [verdachte] volgt daaruit dat:
benoemt dat de situatie waarin betrokkene en zijn vrouw zijn beland erg belastend voor hen is en hoopt dat hierin snel rust voor hen komt. Hij geeft aan dat hij weet dat enkele meerderjarige kinderen uit het gezin problemen hebben op het gebied van alcohol en drugs. Ook dat er een inbraak heeft plaatsgevonden in de woning van betrokkene met camerabeelden van de personen, maar dat deze zaak niet meegenomen wordt in het geheel. Het verbaast hem dat betrokkene zelfs als verdachte was beschreven in plaats van slachtoffer en dit ook op zijn strafblad was gekomen. ‘De aantijgingen moeten genuanceerd worden, alles wordt uit zijn verband getrokken en de focus ligt heel erg op betrokkene en zijn vrouw. Ze zullen breder moeten kijken, vanuit diverse oogpunten', aldus [betrokkene 2].
Over het strafproces zegt betrokkene het volgende: ‘ik heb met het hele proces geen moeite, maar dan moeten ze wel recht doen’. Op de vraag wat betrokkene hiermee bedoelt zegt hij: ‘Het moet afgewikkeld worden zoals het hoort. De diefstal en de verkrachting van de dochters door hun broer hoort daar ook bij.
‘Verdachte heeft zich gedurende een periode van vele jaren schuldig gemaakt aan het stelselmatig mishandelen van een groot deel van zijn kinderen en het wederrechtelijk opsluiten van een aantal van hen. Uit het dossier is gebleken dat verdachte het strafbare karakter van zijn handelen niet inziet nu hij ervan overtuigd is dat hij hiermee uitvoering heeft gegeven aan het woord van God zoals dit in de Bijbel staat weergegeven.’
4.Beslissing
11 oktober 2022.