In deze zaak heeft [verkoper] beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag. De zaak betreft de koop van appartementen als beleggingsobject, waarbij [verkoper] zich beroept op non-conformiteit. De Hoge Raad heeft de klachten van [verkoper] over het arrest van het hof beoordeeld. De conclusie van de Advocaat-Generaal W.L. Valk strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. Dit oordeel is niet gemotiveerd, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van [verkoper] verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van [koper] zijn begroot op € 421,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.