Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
20 september 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de verdachte, een prostituee, is veroordeeld voor doodslag. De feiten van de zaak dateren uit 2017, toen de verdachte een 72-jarige man in zijn woning in Amsterdam met een scherp voorwerp in borst en buik heeft gestoken. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door haar advocaat J.C. Reisinger. De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen op 20 september 2022. Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, samen met de raadsheren M. Kuijer en T. Kooijmans, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.