ECLI:NL:HR:2022:1255

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 september 2022
Publicatiedatum
19 september 2022
Zaaknummer
22/00315
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beklag ex artikel 552a Sv door belanghebbenden na vordering van gegevens bij een derde i.v.m. onderzoek naar frauduleuze belastingconstructies

In deze zaak gaat het om een beklag ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door vijf klagers. De klagers hebben bezwaar gemaakt tegen de vordering van gegevens door de Belastingdienst, die deze gegevens heeft opgevraagd bij een derde in het kader van een onderzoek naar mogelijke frauduleuze belastingconstructies. De rechtbank Rotterdam heeft op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de klagers in hun verzoek niet in het gelijk zijn gesteld. De klagers hebben vervolgens cassatie ingesteld tegen deze beschikking.

De advocaten G.J.M.E. de Bont en S.A. Eckhardt hebben namens de klagers cassatiemiddelen ingediend. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten van de klagers beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 20 september 2022 het beroep van de klagers verworpen. De beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/00315 B
Datum20 september 2022
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam van 8 juli 2021, nummers RK 20/3045, RK 20/3046, RK 20/3047, RK 20/3050 en RK 20/3051, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager 1] ,
[klager 2] ,
[klager 3] ,
[klager 4] ,
en
[klager 5] ,
hierna: de klagers.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klagers. Namens deze hebben G.J.M.E. de Bont en S.A. Eckhardt, beiden advocaat te Amsterdam, bij schrifturen cassatiemiddelen voorgesteld. De schrifturen zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
20 september 2022.