ECLI:NL:HR:2022:1202

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 september 2022
Publicatiedatum
12 september 2022
Zaaknummer
21/01914
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van hofuitspraak wegens onvoldoende motivering bij afwijking van standpunt verdachte over alcoholgebruik na besturen voertuig

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 september 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 30 april 2021. De verdachte, geboren in 1993, was in cassatie gegaan na een veroordeling voor rijden onder invloed van alcohol. De advocaat van de verdachte, B. Kizilocak, had cassatiemiddelen ingediend, waarin werd betoogd dat het hof niet voldoende had gemotiveerd waarom het was afgeweken van het standpunt van de verdediging. Dit standpunt hield in dat de verdachte na het besturen van het voertuig alcohol had genuttigd, wat van invloed zou zijn op het ademalcoholgehalte. De advocaat-generaal, D.J.M.W. Paridaens, concludeerde tot vernietiging van de uitspraak van het hof en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag voor een nieuwe behandeling.

De Hoge Raad oordeelde dat het cassatiemiddel slaagde, omdat het hof in strijd met de wet niet had gemotiveerd waarom het was afgeweken van het door de verdediging naar voren gebrachte standpunt. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het hof en wees de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, zodat deze opnieuw kan worden berecht. Dit arrest benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering door de rechter bij afwijking van door de verdediging ingebrachte standpunten, vooral in strafzaken waar de rechten van de verdachte op het spel staan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer21/01914
Datum27 september 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 30 april 2021, nummer 22-004939-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft B. Kizilocak, advocaat te Rotterdam, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof in strijd met de tweede volzin van het tweede lid van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering niet in het bijzonder de redenen heeft opgegeven waarom het is afgeweken van een door de verdediging naar voren gebracht uitdrukkelijk onderbouwd standpunt over het gebruik door de verdachte van alcoholhoudende drank na het besturen van het voertuig.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4 tot en met 8.

3.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Den Haag, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 september 2022.