ECLI:NL:GHDHA:2021:2880

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
30 april 2021
Publicatiedatum
12 oktober 2022
Zaaknummer
2200493919
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en oplegging straf in verkeerszaak met geldboete en hechtenis

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Den Haag op 30 april 2021, is de verdachte, geboren op de Nederlandse Antillen, aangeklaagd voor een overtreding van artikel 8, derde lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 27 juni 2019 heeft de verdachte in Rotterdam een overtreding begaan die leidde tot de huidige rechtszaak. Het hof heeft de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 in acht genomen bij het nemen van de beslissing.

Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan. De uitspraak houdt in dat de verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 en 10 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor de duur van 6 maanden de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. Een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Deze beslissing is genomen met het oog op de ernst van de overtreding en de omstandigheden van de verdachte.

De uitspraak van het hof is gepubliceerd naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2022:1202, en is van belang voor de rechtspraktijk met betrekking tot verkeersdelicten en de bijbehorende straffen.

Uitspraak

Gerechtshof Den Haag

enkelvoudige kamer voor strafzaken
Rolnummer: 22-004939-19
Parketnummer: 96-152528-19
TEGENSPRAAK
Uitspraak van mr. A.J.M. Kaptein van 30 april 2021 in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte],

geboren op [geboortedatum] te [geboortestad] (Nederlandse Antillen),
BRP-adres: [adres verdachte].
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, derde lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (765 microgram).
Pleegdatum en pleegplaats:
gepleegd op 27 juni 2019 te Rotterdam.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24a, 24c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 500,00 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de
geldboetemag worden voldaan in
5 (vijf) termijnenvan
1 maand, elke termijn groot
€ 100,00 (honderd euro).
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de bijkomende straf van ontzegging, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
mr. A.J.M. Kaptein