Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
12 juli 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte, geboren in 1967, was in 2017 betrokken bij een ernstige geweldsdelict tegen zijn ex-vriendin in Steenbergen. Hij wordt beschuldigd van poging tot doodslag en moord, verkrachting, feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De verdachte heeft zijn ex-vriendin met een mes in de hals gestoken en haar in zijn woning vastgehouden, waar hij ook seksuele handelingen bij haar verrichtte. De advocaat van de verdachte, G. Spong, heeft cassatiemiddelen ingediend, waarbij de vraag aan de orde kwam of er sprake was van voorbedachte raad en of er sprake was van voortgezette handeling of meerdaadse samenloop. De advocaat-generaal, T.N.B.M. Spronken, heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten van de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.