Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
12 juli 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 19 oktober 2020. De verdachte, geboren in 1961, was betrokken bij verschillende strafbare feiten, waaronder het medeplegen van hennepteelt in Duitsland, het invoeren en verwerken van hennep, en het bezit van xtc-tabletten. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van het opzettelijk gebruikmaken van een vals schade-aanmeldingsformulier, witwassen en deelname aan een criminele organisatie.
De Hoge Raad heeft het beroep ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat A.A. Franken. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het gerechtshof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, samen met de raadsheren J.C.A.M. Claassens en A.E.M. Röttgering, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.