Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
12 juli 2022.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, dat op 30 augustus 2021 is gewezen. De verdachte, geboren in 1997, was betrokken bij een gewapende woningoverval in Sint Oedenrode in 2018, waarbij onder andere twee bitcoinminers zijn weggenomen. De verdachte is veroordeeld voor medeplegen van diefstal met bedreiging met geweld en het voorhanden hebben van een vuurwapen van categorie III. De rechtbank heeft ter zake van deze feiten TBS met dwangverpleging opgelegd.
De Hoge Raad heeft in deze cassatiezaak de motiveringsklachten van de verdachte beoordeeld, met name of het hof terecht heeft geoordeeld dat TBS met dwangverpleging noodzakelijk was. De Hoge Raad heeft zich ook gebogen over de vraag of de TBS-oplegging is gedaan ten aanzien van een geweldsmisdrijf, zoals bedoeld in de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de rechterlijke organisatie.
Daarnaast is er een voorwaardelijk verzoek gedaan om twee gedragsdeskundigen te horen, wat door het hof is afgewezen. De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak aangegeven dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering hoeven geven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.