Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
12 juli 2022.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 juli 2022 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 24 november 2020 werd gewezen. Het openbaar ministerie had beroep in cassatie ingesteld tegen de beslissing van het hof om het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren in de vervolging van de verdachte, die in 1981 geboren is. De raadslieden van de verdachte, N. Gonzalez Bos en J.S. Nan, hebben het beroep van het openbaar ministerie tegengesproken. De advocaat-generaal E.J. Hofstee heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het hof 's-Hertogenbosch voor een nieuwe behandeling.
De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en vastgesteld dat het cassatiemiddel slaagt. De redenen voor deze beslissing zijn te vinden in een eerder arrest van de Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2022:1009, dat op dezelfde dag is uitgesproken. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak teruggeworpen naar het gerechtshof 's-Hertogenbosch, zodat de zaak opnieuw kan worden berecht en afgedaan. Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, samen met de raadsheren Y. Buruma en C. Caminada, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.