Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
15 juni 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was veroordeeld voor het niet voldoen aan een ambtelijk bevel, namelijk een gebiedsverbod dat door de burgemeester van Middelburg was opgelegd. De verdachte stelde dat het gebiedsverbod niet rechtmatig was, omdat het hof had nagelaten te onderzoeken of hij de openbare orde meermalen had verstoord, wat een vereiste is voor de rechtmatigheid van het bevel. De Hoge Raad oordeelde dat bij strafrechtelijke vervolging voor artikel 184 van het Wetboek van Strafrecht niet alleen moet worden vastgesteld of het wettelijk voorschrift verbindend is, maar ook of het bevel rechtmatig is gegeven. De Hoge Raad concludeerde dat het hof dit had miskend en vernietigde de uitspraak, waarbij de zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof voor herbehandeling.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verdachte had op 29 september 2018 in Middelburg opzettelijk niet voldaan aan een gebiedsverbod dat hem was opgelegd. Dit verbod was gebaseerd op eerdere verstoringen van de openbare orde. De verdediging voerde aan dat het gebiedsverbod onrechtmatig was, omdat de burgemeester niet had aangetoond dat de verdachte de openbare orde daadwerkelijk had verstoord. Het hof had echter geoordeeld dat de burgemeester in redelijkheid kon besluiten dat er vrees was voor verdere verstoringen van de openbare orde, maar de Hoge Raad oordeelde dat het hof onvoldoende had gemotiveerd waarom het gebiedsverbod rechtmatig was.
De Hoge Raad benadrukte dat voor het opleggen van een gebiedsverbod op grond van artikel 172a van de Gemeentewet vereist is dat de persoon de openbare orde ernstig heeft verstoord of herhaaldelijk heeft verstoord, en dat er ernstige vrees moet zijn voor verdere verstoring. Het hof had dit niet voldoende onderzocht, wat leidde tot de vernietiging van de uitspraak en de terugverwijzing van de zaak.