ECLI:NL:HR:2021:921
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie tegen uitspraak van de Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft L.J. Schippers te Dordrecht beroep in cassatie ingesteld tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 30 september 2020, nr. SGR 19/7060 V, die betrekking had op een verzet tegen een eerdere uitspraak van 11 juni 2020. Het cassatieberoep is op 9 november 2020 ingediend, maar de Hoge Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet op de juiste wijze is ingediend. Volgens artikel 1 van het Besluit van 6 maart 2019 is een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener verplicht digitaal te procederen in gevallen waarin het beroep in cassatie is gericht tegen een uitspraak die op of na 15 april 2020 is bekendgemaakt. Aangezien de uitspraak van de Rechtbank op 30 september 2020 is gedaan, was de indiener verplicht om het beroepschrift digitaal in te dienen via het webportaal van de Hoge Raad. De griffier heeft de indiener op 1 december 2020 verzocht om het beroepschrift binnen vier weken digitaal in te dienen, maar de indiener heeft hieraan geen gevolg gegeven. Hierdoor heeft de Hoge Raad besloten het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.