Uitspraak
1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De indiener van het beroepschrift heeft daarop een stuk overgelegd ten bewijze dat [X] B.V. te [Z] hem heeft gemachtigd dit cassatieberoep in te stellen (hierna: het machtigingsformulier). Gelet op het bij het beroepschrift in cassatie meegezonden uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel kan dat stuk niet worden aangemerkt als een rechtsgeldig verleende machtiging omdat uit de stukken die de Hoge Raad ter beschikking staan, niet blijkt dat de persoon die het machtigingsformulier heeft ondertekend, bevoegd was om dat namens [X] B.V. te [Z] te doen. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat de indiener van het beroepschrift niet bevoegd was om namens [X] B.V. te [Z] beroep in cassatie in stellen, en zal de Hoge Raad het beroep in cassatie op die grond niet-ontvankelijk verklaren.