Uitspraak
wonende op een geheim adres,
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
30 april 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 april 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag. De moeder, die op een geheim adres woont, heeft cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Raad voor de Kinderbescherming, regio Arnhem, was de verweerder in deze procedure, maar is niet verschenen. Ook de vader en de gecertificeerde instelling Willem Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Reclassering waren als belanghebbenden aangemerkt, maar hebben eveneens geen verweerschrift ingediend.
De Hoge Raad verwijst in zijn uitspraak naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Gelderland en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers was om het cassatieberoep te verwerpen, waarbij toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie in overweging werd gegeven. De Hoge Raad heeft de klachten van de moeder over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep van de moeder verworpen, wat betekent dat de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand blijven. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.