ECLI:NL:HR:2021:665

Hoge Raad

Datum uitspraak
23 april 2021
Publicatiedatum
23 april 2021
Zaaknummer
20/03474
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van het beroep in cassatie inzake belastingrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 april 2021 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie dat door belanghebbende, aangeduid als [X] te [Z], was ingesteld. De zaak betreft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 17 november 2020 per aangetekende brief verzocht om binnen vier weken een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief is door belanghebbende afgehaald, maar hij heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om het gevraagde document te overleggen.

De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het niet mogelijk is om te bepalen waarop het geschil precies betrekking heeft, aangezien belanghebbende niet heeft gereageerd op het verzoek van de griffier. Hierdoor is de Hoge Raad genoodzaakt om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren. Dit betekent dat de Hoge Raad de zaak niet inhoudelijk zal behandelen, omdat de noodzakelijke informatie ontbreekt.

Wat betreft de proceskosten heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. De beslissing van de Hoge Raad is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak, 23 april 2021, en is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, samen met de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer20/03474
Datum23 april 2021
ARREST
op het door [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 17 november 2020 verzocht binnen vier weken na de dagtekening van deze brief een afschrift van de bestreden uitspraak over te leggen. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgehaald op de afhaallocatie. Belanghebbende heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
Nu het niet mogelijk is te bepalen waarop het geschil betrekking heeft, zal de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 april 2021.