2.2Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen die zijn weergegeven in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4.2. Voor de beoordeling van de aanvraag zijn in het bijzonder de volgende bewijsmiddelen van belang:
“7. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 114 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en ondertekend op 18 september 1998, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [betrokkene 2] :
Onbekenden hebben op de avond van 2 september 1998 tussen 19.05 uur en 23.00 uur ingebroken of zijn wederrechtelijk binnengedrongen in mijn woning aan de [a-straat 1] te Arnhem. Daarbij heeft men geweld gebruikt tegen mijn vrouw [slachtoffer 1] . Ook een vriendin van ons genaamd [slachtoffer 2] was daarbij betrokken. Bij dit geweld is mijn echtgenote om het leven gekomen en is [slachtoffer 2] gewond geraakt. Mogelijk dat men door het gebruik van dit geweld zonder enige toestemming goederen heeft kunnen wegnemen danwel mijn echtgenote gedwongen heeft door middel van bedreiging met geweld goederen te doen afgeven. Deze goederen heeft men zich wederrechtelijk kunnen toeeigenen. De goederen waren mijn eigendom en ik heb niemand hiervoor toestemming gegeven.
De goederen die uit mijn woning zijn weggenomen betreffen:
- een portemonnaie met als inhoud Nederlands muntgeld;
- van mijn vrouw is weggenomen een gouden slavenarmband.
8. een in de wettelijke vorm door [verbalisant 5] en [verbalisant 7] opgemaakt proces-verbaal, gesloten en ondertekend op 3 september 1998, voorzover inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] (bijlage 8 bij proces-verbaal met dossiernummer 98-006422):
Vanavond, woensdag 2 september 1998 omstreeks 19.05 uur ben ik met mijn personenauto naar Arnhem gereden. Ik heb de afslag Arnhem-Noord genomen en kwam zo op de [a-straat] . Ik reed met mijn auto hun erf op. Ik ben naar de voordeur gelopen en belde aan. Toen er niemand aan de deur kwam ben ik naar de achterzijde van de woning gelopen. Ik ben doorgelopen over een pad naar de achtertrap. Deze trap liep ik op. Ik doe de deur open en loop de bijkeuken in.
Plotseling verscheen [slachtoffer 1] in de deuropening van de woonkamer naar de hal. Wat mij opviel was dat [slachtoffer 1] zeer gespannen leek. Het eerste wat [slachtoffer 1] tegen mij zei was: " [slachtoffer 2] ik heb hier een boef". Op dat moment zag ik dat achter [slachtoffer 1] een onbekende persoon stond. [slachtoffer 1] zei nog: "Het is menens". Ik liep naar [slachtoffer 1] toe en vroeg wat er aan de hand was. [slachtoffer 1] antwoordde: "We zoeken naar geld, ik heb nog wel een plekje".
Ik had een grote bruinachtige leren tas bij me en die gooide ik op het kleed leeg. Ik hurkte en zocht naar mijn portemonnaie. Ik keek vanuit mijn gehurkte houding op en zag dat de manspersoon achter [slachtoffer 1] een pistool op haar rug richtte.
Ik hoorde dat de man zei: "Loop jij ook eventjes met me mee". Op een of andere wijze wees de man mij de weg naar de slaapkamer.
De man zei: "Gaan jullie op het bed liggen".
[slachtoffer 1] kroop het eerst op het bed. Ik kroop ook op het bed en ging naast haar liggen. We lagen met onze gezichten naar elkaar toe. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] nog wat zei. De zin begon met: "lk weet nog wel ergens...."
Direct nadat ik [slachtoffer 1] hoorde praten hoorde ik twee harde knallen. De knallen volgden elkaar snel op. Ik voelde dat ik werd geraakt aan mijn hoofd. Ik besefte dat ik aan mijn hoofd was geraakt.
9. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 24 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door [verbalisant 8] en [verbalisant 9] , beiden hoofdagent van politie, gesloten en ondertekend op 4 september 1998, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige 1] :
Op 1 september 1998 reed ik omstreeks 19.15 uur over de [a-straat] richting Arnhem-Centrum. Villa " [A] " ken ik vrij goed. Ik en mijn dochter zagen op ongeveer 100 meter voorbij de villa een manspersoon staan. Wij vroegen ons af wat die man daar deed. De man stond aan de zijde waar zich ook de villa bevindt. Ik vond het vreemd dat de man daar zo stond. De man had een getinte huidskleur. Ik schat de leeftijd op ongeveer 30-35 jaar. De man had geen baard of snor. De man had kort donker haar en een bol gezicht. De man had een klein stevig postuur.
Op 2 september 1998 rond 19.30-19.45 uur reed ik weer over de [a-straat] . Ik zag een donkerblauwe of mogelijk zwarte Volkswagen Golf, oud model, de oprit van de villa " [A] " inrijden. De auto kwam uit de richting Arnhem-Centrum. Op het moment dat ik zag dat voornoemde auto de inrit in reed, zag ik op het zelfde moment de man, die ik de dag eerder ook had zien staan, wederom langs het fietspad staan. Hij stond op dezelfde lokatie als dinsdag. Ik had sterk de indruk dat de man daar wat uitspookte of op de uitkijk stond. Ik zag dat de man naar de Volkswagen Golf keek, die de inrit inreed.
10. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 39 gevoegd bij proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisant [verbalisant 5] voornoemd, gesloten en getekend op 6 september 1998, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige 2] :
Op 2 september 1998 ben ik iets na 19.00 uur over de [a-straat] in de richting van de Rijksweg A50 gereden. Net na het viaduct over de [c-straat] zag ik een personenauto op de parallelweg, de [b-straat] , staan. Ik zag dat achter de auto een manspersoon stond. Verder zag ik dat de kofferbak van deze auto geopend was. De man had donker haar en vermoedelijk een snor. Op het moment dat ik de auto passeerde zag ik in de auto nog een tweede persoon. Aan de contouren vermoedde ik dat het hier een manspersoon betrof. Iets zegt mij dat ik deze persoon op de achterbank heb zien zitten.
11. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof op 29 mei 2000, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [medeverdachte 6] (pag. 4 e.v.):
Ik word ook wel [medeverdachte 6] of [medeverdachte 6] genoemd.
Ongeveer 2 weken voor 2 september 1998 ben ik per auto van Eindhoven naar Arnhem gekomen. [medeverdachte 9] , die toen bij mij in de auto zat, vertelde mij dat hij had gehoord dat er in een bepaald huis veel geld zou zijn.
Er is toen ook een rolverdeling besproken. Ik zou als chauffeur optreden. Twee weken voor 2 september 1998 ben ik bij [medeverdachte 7] geweest. Ik ben toen, met onder anderen [aanvrager] , naar de [a-straat] te Arnhem gereden. [aanvrager] wees daar verschillende mooie huizen aan. Vlak voor 2 september 1998 is dat huis nogmaals afgelegd. [medeverdachte 5] zat toen ook in de auto en wees een huis aan. We zijn toen allemaal uitgestapt om te kijken. [medeverdachte 5] zei toen: "Dat gaat makkelijk, er is geen beveiliging". [medeverdachte 7] was de professionele inbreker die makkelijk sloten kon openbreken. [aanvrager] was meestal de leider van de groep; [medeverdachte 4] en [medeverdachte 9] traden ook wel als zodanig op. Ik zou als chauffeur in de auto blijven. De anderen waren vrienden van elkaar. Ik kon goed rijden. Bovendien konden we met zes personen in mijn Mercedes.
[medeverdachte 9] zou naar de kluis zoeken en [medeverdachte 7] ging mee omdat hij de kluis zou kunnen openen. [betrokkene 1] zou ook mee gaan.
[medeverdachte 2] bestuurde de blauwe VW Golf. [medeverdachte 3] zou ook meegaan. Er was niet besproken waarom [medeverdachte 3] mee ging; hij was er op een bepaald moment.
Op 2 september 1998 reed [medeverdachte 4] met mij in mijn auto mee. Op een gegeven moment had ik een lekke band. [aanvrager] kwam mij helpen en kwam in een busje aanrijden. Bij een Shell pompstation is de band verwisseld. Mijn travelpas was geblokkeerd en ik heb toen mijn telefoon als onderpand gegeven. Mijn telefoon bleef als onderpand achter bij de pomphouder.
Na in cafe [B] in Nijmegen te zijn geweest ben ik met [medeverdachte 9] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 4] en [betrokkene 1] naar het huis van [aanvrager] in Arnhem gereden. [medeverdachte 7] en [medeverdachte 5] waren daar ook. Er werd niet gesproken over de plaats waar we heen gingen omdat iedereen dat wist. Bij een tankstation op de Overmaat te Arnhem zijn de Volkswagen Golf en het busje van [medeverdachte 3] vol getankt.
Ik had handschoenen, touw en wapens in de auto. [medeverdachte 9] en [medeverdachte 8] hadden wapens. In het huis van [aanvrager] was tevoren besproken wie er wapens zouden meenemen. Bij [aanvrager] thuis was ook besproken dat er touw mee moest.
Het was wel min of meer besproken dat [betrokkene 1] zou schieten omdat hij niet goed bij zijn hoofd was. [betrokkene 1] was voor 60% gek verklaard.
[medeverdachte 3] zou de brandkast meenemen. Het was zo dat hij een busje bij zich had.
In de kofferbak van mijn auto lag een blauwe sporttas. Die was van [medeverdachte 9] . In die tas zaten sleutels om auto’s te repareren.
Vanaf de [d-straat] zijn we naar de [a-straat] gereden.
Bij mij in de auto zaten [medeverdachte 8] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 9] en [betrokkene 1] . De anderen, [aanvrager] en [medeverdachte 7] , zaten in de Volkswagen die door [medeverdachte 2] bestuurd werd.
De mannen die bij [medeverdachte 2] in de auto zaten stapten uit. De mannen die bij mij in de auto zaten stapten ook uit, met uitzondering van [medeverdachte 8] . [medeverdachte 7] haalde de sporttas uit mijn auto. Ik ben over het vlakbij gelegen viaduct gelopen. Ik zag in de koepeltjes op dat viaduct plafondschilderingen.
Op een gegeven moment kwam er een auto aanrijden waar een vrouw in zat. De vrouw stapte uit de auto en liep om het huis heen. Ik heb gezien dat de vrouw de trap aan de achterzijde van het huis opliep. Toen de vrouw met de auto de oprit op reed ging er een buitenlamp aan de voorzijde van het huis aan. Die lamp heeft een tijdje gebrand.
[medeverdachte 8] zat in mijn auto. Ik ben in de richting van het huis gelopen en hoorde een aantal knallen. Ik rende terug naar mijn auto en wilde weg rijden. [medeverdachte 8] , die in mijn auto zat, zette een pistool tegen mijn hoofd en zei tegen mij: "Wij zijn hier samen gekomen en we gaan ook samen weer weg".
[medeverdachte 4] , [medeverdachte 9] , [betrokkene 1] , [aanvrager] en [medeverdachte 7] kwamen er aan. [medeverdachte 4] , [medeverdachte 9] en [betrokkene 1] gingen bij mij in de auto, de anderen bij [medeverdachte 2] . Ik ben weggereden. We zijn naar het huis van [aanvrager] gereden. Er werd tijdens de rit tegen [betrokkene 1] gezegd dat deze fout niet gemaakt had mogen worden. Er heerste een gespannen sfeer in de auto. Er zat bloed aan de jas van [betrokkene 1] . [medeverdachte 3] reed met zijn busje achter ons.
[medeverdachte 9] zei tegen mij: "Als je je mond opendoet...."
[medeverdachte 7] is door [medeverdachte 9] en [aanvrager] bedreigd omdat hij verkeerde informatie zou hebben gegeven.
Op een slaapkamer in het huis van [aanvrager] is het wapen schoon gemaakt door [medeverdachte 4] , [medeverdachte 9] en [aanvrager] .
[medeverdachte 5] heb ik bij de villa zien lopen.
De personen die hier als verdachten in de zaal zitten hebben een rol gespeeld bij de inbraak.
Bij de overval op 2 september 1998 ben ik als chauffeur opgetreden. Ik was wel vaker chauffeur voor de groep van [medeverdachte 4] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 8] . Wij waren als groep samen. Ik reed omdat ik een auto had.
De groep draaide eigenlijk om [medeverdachte 9] .
De kluis die in het huis zou zitten zou door [medeverdachte 3] in zijn bestelbus vervoerd worden.
Op de vraag waarom we met zoveel mensen naar de villa aan de [a-straat] gingen antwoord ik dat dat misschien wel nodig was om iets zwaars uit dat huis te halen.
12. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof op 30 mei 2000, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [medeverdachte 6] (pag. 9 e.v.):
Ongeveer twee/drie weken voor 2 september 1998 is er begonnen met de voorbereidingen voor de overval. [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 9] , [aanvrager] en ik waren daarbij betrokken. [aanvrager] heeft het huis waar moest worden ingebroken aangewezen. De besprekingen werden gehouden in het huis van [aanvrager] . [medeverdachte 8] is daar ook bij geweest.
Er is besproken wie er naar binnen zou gaan, wie er wat zou doen en welk huis het betrof. Er is dus een rolverdeling tot stand gekomen.
Via de groep ben ik op de hoogte gekomen van het huis waar moest worden ingebroken. Anderen zijn over het huis begonnen. Er is een aantal malen in de auto over gesproken. Er werd ook een rolverdeling afgesproken; ik zou als chauffeur optreden. De rol van [medeverdachte 5] was volgens mij dat hij het alarm zou uitschakelen.
Later op de avond heb ik [medeverdachte 3] weer gezien bij de woning van [aanvrager] . Wij kwamen toen terug van de plaats van de inbraak. [medeverdachte 3] stond voor het huis van [aanvrager] .
In de ochtend van 2 september 1998 zag ik [medeverdachte 3] in de woning van [aanvrager] .
[aanvrager] riep ons samen. Dat was in de middag om ongeveer 18.00 a 18.30 uur. [medeverdachte 3] zat boven.
Ik heb [medeverdachte 3] die dag twee keer in het busje zien rijden.
13. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof van 31 mei 2000, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [getuige 3] (pag. 22/23):
Ik weet dat op 2 september 1998 [medeverdachte 4] pech had met een auto. Ik was thuis met [aanvrager] . [aanvrager] vroeg of hij mijn auto mocht lenen. Ik zei tegen [aanvrager] dat hij dan wel benzine moest tanken. Hij kwam terug met die andere auto en al die mensen.
[medeverdachte 4] en mijn zoon [aanvrager] waren op 2 september 1998 rond 18.00/18.30 uur bij mij thuis.
14. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof van 20 juni 2000, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [medeverdachte 4] (pag. 44 e.v.):
Ik ken [medeverdachte 5] . Ik ben een keer met [medeverdachte 9] bij de vriendin van [medeverdachte 5] geweest. Die vrouw had twee honden, waarvan er een drie poten had.
Ik ken [medeverdachte 8] . Ik heb wel eens met [medeverdachte 9] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 8] in een auto gezeten. Ik zat wel vaker bij [medeverdachte 6] in de auto.
Op 2 september 1998 ging ik met [medeverdachte 6] op weg naar [aanvrager] en we kregen in de buurt van Elst een lekke band. We hebben toen [getuige 3] gebeld en [aanvrager] is komen helpen. Bij een tankstation voor Arnhem is er ook getankt.
15. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof van 20 juni 2000, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [medeverdachte 6] (pag. 49/50):
Toen [betrokkene 1] terug kwam in de auto nadat hij in de villa was geweest zag ik bloed aan zijn jas. Dat bloed was nog niet opgedroogd.
17. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 416 gevoegd bij het proces-verbaal met het dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door [verbalisant 9] , hoofdagent van politie, gesloten en getekend op 12 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [getuige 4] :
Ik ben mede-eigenaar van Shell tankstation " [C] ", gevestigd aan [e-straat 1] te Arnhem. U vraagt mij of ik mij iets kan herinneren betreffende het tanken met een tankpas van Travel TC Card die geweigerd werd en waarvoor ik een mobiele telefoon in onderpand kreeg. De man zou gereden hebben in een Mercedes 190 diesel.
Ik kan mij zo’n dergelijk voorval herinneren. Dat is een aantal maanden geleden. Ik kan mij herinneren dat ik zelf aanwezig was. Nu ik er goed over nagedacht heb is dat geweest op mijn trouwdag. Mijn trouwdag is op 2 september. Ik kan mij dat herinneren omdat ik, na het voorval van het tanken waarbij de travelcard weigerde, moest wachten op geld. Ik moest mij daarna haasten. Het was tegen de avond dat dit voorval plaatsvond. Het was zeker nog licht buiten.
Er werd voor een bedrag van f. 130,-- benzine getankt bij pomp 3. Er kwam een Turkse man naar binnen die klein van stuk was. Deze man wilde het tanken betalen met een Travel TC Card, doch deze kaart was geblokkeerd voor het tanken van benzine. In ieder geval weigerde de card. Hij had ook geen contant geld bij zich om te betalen. De man liep naar buiten, waarop ik met hem meeliep. Ik zag dat er een Ford Transit busje bij pomp 3 stond. De man die wilde betalen was met een grijze Mercedes 190d. Ik zag bij het Ford busje twee Turkse mannen die ik vaker bij ons gezien had. De naam moet ik wel weten. U noemt mij de naam [aanvrager] . Dat klopt.
De man met de tankpas wilde weggaan met de Mercedes. Ik accepteerde dat niet, waarop de man mij aanbood om zijn mobiele telefoon achter te laten. Ik heb dat geaccepteerd.
Enkele dagen hierna, na het weekend, kwam de man van de Mercedes terug om zijn mobiele telefoon op te halen en heeft contant afgerekend. Wij hebben in onze administratie gezocht, doch de nota die ik had opgemaakt, is verscheurd nadat er contant betaald werd.
Het enige wat wij kunnen vinden is dat op 2 september 1998 om 17.05 uur is getracht met een tankpas of iets dergelijks te betalen doch dat dat niet lukte en vervolgens is gewist.
18. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof van 7 november 2000, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [medeverdachte 5] :
In juni 1998 heb ik [medeverdachte 9] leren kennen. In juni/juli 1998 heb ik wel eens voor hem gereden. [medeverdachte 9] liet anderen het werk doen. Hij was de organisator.
[medeverdachte 8] was een van de uitvoerders van de plannen van [medeverdachte 9] .
Ik ken heel Arnhem; ook de [a-straat] .
[medeverdachte 9] wilde een wapen hebben voor het geval er iemand in het huis waar ingebroken moest worden zou zijn.
19. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof van 27 november 1998, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van de getuige [medeverdachte 8] :
[medeverdachte 6] heb ik in Meppel ontmoet.
[medeverdachte 4] kende ik wel.
Op 13 augustus 1998 waren we met z’n vieren. De auto werd bij een viaduct geparkeerd. Dat was in een grote stad. [medeverdachte 9] en [medeverdachte 5] zijn toen uitgestapt en ze zijn bij een woning geweest.
Over "de groep" rond [medeverdachte 9] kan ik verklaren dat [medeverdachte 9] de planner is van inbraken. De leden van "de groep" hebben altijd wapens bij zich.
20. een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen - als bijlage 620 gevoegd bij proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door [verbalisant 10] en [verbalisant 11] , respectievelijk inspecteur en hoofdagent van politie, gesloten en ondertekend op 1 juli 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als relaas van verbalisanten:
Op 30 juni 1999 omstreeks 22.30 uur hebben wij een onderzoek ingesteld naar de werking van een buitenlamp, die bevestigd is aan de voorgevel van perceel [a-straat 1] .
Wij zagen dat de lamp met sensor goed en naar behoren functioneerde. Deze buitenlamp werkt vanaf het invallen van de schemering/duisternis. Wij merken op dat [medeverdachte 6] in een van zijn verklaringen heeft gesproken over het feit dat hij, staande bij een hek op een pad aan de achterzijde van de woning (perceel [a-straat 1] te Arnhem) zag, dat een buitenlamp aan de voorzijde van de woning ontstak, nadat een auto de inrit inreed en een vrouw voor de woning liep. Voorts heeft [medeverdachte 6] verklaard dat het daarvoor donker was rond de woning en dat de buitenlamp fel licht straalde.
Ter plaatse bleek inderdaad dat hetgeen [medeverdachte 6] heeft verklaard met betrekking tot zijn waarneming van dit buitenlicht, overeenkomt met de realiteit.
Het is namelijk mogelijk om, staande achter de woning, voor een deel waar te nemen wat er voor de woning gebeurt. De hal van de woning is aan de voor- en achterzijde voorzien van een niet afgedekte heldere glazen wand. Hierdoor is het mogelijk om staande achter de woning door de hal heen voor de woning zaken waar te nemen.
21. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 425 gevoegd bij proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 13 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 6] :
U vraagt mij in welke auto [medeverdachte 2] reed, toen wij op de 2e september 1998 vanaf de woning van [aanvrager] naar het huis op de [a-straat] reden. Dat was een donker blauwe Volkswagen Golf. Volgens mij bouwjaar 1985 of 1986.
22. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 440 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 15 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 6] :
In de woning van [aanvrager] werd onderling Turks gesproken. Alles wat wij bespraken werd in het Nederlands door [aanvrager] aan [medeverdachte 7] verteld. Ik hoorde dat [aanvrager] letterlijk wat in het Turks besproken werd in het Nederlands vertaalde aan [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] was van alles goed op de hoogte. [aanvrager] voerde het woord. [aanvrager] bepaalde en zei dat Husyien bij mij moest blijven. De taak van [medeverdachte 4] was dat als er iemand het huis binnen zou komen, dat hij die iemand moest vastbinden. [medeverdachte 9] moest van [aanvrager] meedoen aan deze inbraak omdat hij ervaring had met inbreken. Voor de 2e september 1998 zijn 1 of meerdere besprekingen geweest over deze inbraak. Iedereen was hierbij aanwezig met uitzondering van [betrokkene 1] . [medeverdachte 7] moest van [aanvrager] meedoen aan deze inbraak, omdat hij ervaring had om in te breken en deuren open te maken.
[betrokkene 1] moest van [aanvrager] meedoen aan deze inbraak, omdat [betrokkene 1] een verklaring had van een psychiater uit Duitsland, dat [betrokkene 1] geestelijk niet in orde was. Dit was het idee van [aanvrager] en [medeverdachte 4] . Ik had dit al bij eerdere besprekingen gehoord en ook op de 2e september 1998. Ik hoorde dat [medeverdachte 4] zei, dat als er in het huis geschoten moest worden, [betrokkene 1] dat moest doen. [betrokkene 1] moest dat doen omdat hij in het bezit was van een rapport van een psychiater en daardoor een kortere straf zou krijgen. [betrokkene 1] zou niet alleen een pistool, maar als dat nodig zou zijn ook een mes moeten gebruiken. Dat was allemaal afgesproken.
[medeverdachte 2] kreeg als opdracht van [aanvrager] om buiten in de auto te wachten.
23. een geschrift, zijnde een fotocopie van ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 451 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 16 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 6] :
Toen wij in de woning waren van [aanvrager] op de [f-straat] te Arnhem, kwam daar ook een vriend van mij, [medeverdachte 3] . Hij woont in Amsterdam. [medeverdachte 3] kwam bij [aanvrager] op de 2e september 1998 met een Volkswagen Transporter. Dit busje was wit van kleur. Toen wij wegreden bij [aanvrager] was [medeverdachte 3] de bestuurder van het busje. Ik reed met mijn Mercedes en [medeverdachte 2] reed in de Volkswagen Golf. Wij waren toen op weg naar het huis waar de inbraak zou worden gepleegd.
[medeverdachte 3] was op de hoogte met wat er zou gaan gebeuren die avond omdat [aanvrager] hem het verhaal had verteld dat er een inbraak gepleegd zou worden. Ik hoorde van [aanvrager] dat het busje bestemd was om de brandkast te gaan vervoeren. Ik hoorde van [medeverdachte 9] dat de brandkast naar een adres moest waar [medeverdachte 5] verbleef.
Ik zag dat [medeverdachte 3] met zijn busje achter mij aan reed.
24. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 472 gevoegd bij proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 15 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 6] :
Naar ik mij kan herinneren waren wij bij [medeverdachte 7] op de [a-straat] te Arnhem ongeveer twee weken voor de 2e september 1998. [medeverdachte 7] , [aanvrager] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 4] en ik stapten in mijn auto. Wij reden in de richting van Apeldoorn.
Wij reden in de richting van het huis waar later ingebroken werd. Toen wij weer langs het huis kwamen zei [aanvrager] weer: “Daar moest ingebroken worden”. Ik zag dat [aanvrager] het huis bedoelde waar later daadwerkelijk ingebroken werd.
25. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 488 gevoegd bij proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 28 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 6] :
Ik hoorde van [aanvrager] , toen hij en de anderen in het huis waren en aan het zoeken waren op de benedenverdieping van dat huis, dat de vrouw die in het huis verbleef naar beneden kwam lopen. Ik hoorde ook van [aanvrager] dat [betrokkene 1] toen direct zijn pistool pakte en daarmee de vrouw bedreigde. Ik hoorde van [aanvrager] en [medeverdachte 4] , in ieder geval hoorde ik het zeer zeker van [aanvrager] , dat toen de vrouw was doodgeschoten van haar pols een armband werd afgenomen door [betrokkene 1] . Verder hoorde ik van [aanvrager] dat er wat geld en andere dingen zijn weggenomen. Ik hoorde later in de woning van [aanvrager] dat er nog een vrouw was neergeschoten.
Toen [betrokkene 1] in de auto stapte na de inbraak op de [a-straat] zag ik vers bloed op de jas zitten. Ik zag dat het bloed nog vochtig was.
In de woning van [aanvrager] , na de inbraak op de [a-straat] te Arnhem, kreeg [aanvrager] ruzie met [betrokkene 1] . [aanvrager] verweet [betrokkene 1] dat hij de vrouw had neergeschoten.
26. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 489 gevoegd bij proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 28 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 6] :
Toen ik in cafe [B] te Nijmegen was, hoorde ik in een gesprek tussen [aanvrager] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 9] dat [betrokkene 1] , toen hij de vrouwen had beschoten, een portemonnee uit een tas van een van de vrouwen heeft gehaald en meegenomen. Deze portemonnee was van de vrouw die later het huis in kwam.
27. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 520 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 20 mei 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 6] :
Ik parkeerde mijn auto op de avond van de 2e september 1998, op het moment dat de inbraak in het huis werd gepleegd, op de parallelweg langs de [a-straat] te Arnhem. Toen ik daar uit mijn auto, de Mercedes, stapte, opende ik de kofferbak van de auto. Toen ik om de auto liep en de kofferbak opende, zat [medeverdachte 8] nog op de achterbank van mijn auto.
28. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 357 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door [verbalisant 12] en [verbalisant 7] , beiden hoofdagent van politie, gesloten en getekend op 30 maart 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 9] zei dat hij een huis wist aan de [a-straat] waar veel geld en ook “mal” was. Mal is het Turkse woord voor verdovende middelen. [medeverdachte 9] heeft tegen mij gezegd dat het om een huis aan de [a-straat] ging. [medeverdachte 9] zei dat hij wilde gaan inbreken.
29. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 385 gevoegd bij het proces-verbaal met het dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 7] voornoemd, gesloten en getekend op 16 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 2] :
[medeverdachte 8] liep ook altijd met wapens rond. [medeverdachte 8] heet eigenlijk [medeverdachte 8] .
[medeverdachte 3] woont in Amsterdam. Hij is iemand die zich bazig kan gedragen. Ook door [medeverdachte 9] wordt [medeverdachte 3] met respect behandeld.
Mijn broer [aanvrager] kent [medeverdachte 3] goed.
30. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 499 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisant [verbalisant 12] voornoemd en [verbalisant 8] , hoofdagent van politie, gesloten en getekend op 4 mei 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 2] :
Bij het huis van [aanvrager] , voor de ingang van de flat, zag ik een aantal mensen staan. Ik zag dat [medeverdachte 9] , [medeverdachte 8] met het lange haar, kale [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [betrokkene 1] uit Duitsland, [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] en mijn broer [aanvrager] daar stonden.
De auto van [medeverdachte 3] was een busje.
Ik zag dat [medeverdachte 9] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 6] , kale [medeverdachte 4] en [betrokkene 1] naar de Mercedes van [medeverdachte 6] liepen. Ik ben met [aanvrager] meegelopen naar een Volkswagen Golf. Ik kreeg de sleutels van de auto van [aanvrager] . Ik ging achter het stuur zitten. [aanvrager] ging op de passagiersstoel zitten en [medeverdachte 7] ging achter in de auto zitten. [aanvrager] zei dat de inbraak met z’n allen gepleegd zou worden en zei dat ik in de richting van de [a-straat] moest rijden. [aanvrager] zei dat ik buiten kon wachten tot zij terug zouden komen. Ik reed naar de [a-straat] . Toen we op die weg reden zei [aanvrager] tegen mij dat ik moest stoppen. Ik zag dat de Mercedes van [medeverdachte 6] in de richting van Apeldoorn, aan de rechterzijde van de weg stond.
Nadat ik gestopt was zijn [aanvrager] en [medeverdachte 7] uit de auto gestapt. Nadat [medeverdachte 7] was uitgestapt, pakte hij uit de kofferbak van de auto een tas.
Ik zag dat [aanvrager] en [medeverdachte 7] terug kwamen lopen. Ik zag dat ze snel liepen.
Ik zag dat [medeverdachte 7] de tas weer bij zich droeg. [medeverdachte 7] ging weer achterin zitten. [aanvrager] ging weer naast mij zitten. Ik hoorde dat [aanvrager] zei: “ [betrokkene 1] heeft een wijf doodgeschoten”.
Vanaf de [a-straat] ben ik weer naar de woning van [aanvrager] gereden. Na ongeveer 2 minuten vertrok ik uit de woning. Toen ik wegging was [medeverdachte 7] nog in de woning van [aanvrager] . [medeverdachte 9] en kale [medeverdachte 4] kwamen mij achterop en zeiden dat ik hen ergens naar toe moest rijden. Ze zeiden dat ze naar een vrouw wilden gaan. Ik stuurde de auto naar een woning, op aanwijzing van [medeverdachte 9] . We zijn daar uitgestapt en de woning van die vrouw binnengegaan. De vrouw heeft twee honden, waarvan er een maar drie poten heeft. In die woning was [medeverdachte 5] aanwezig. [medeverdachte 9] heeft met [medeverdachte 5] staan praten.
Ik heb [medeverdachte 3] of zijn auto niet gezien in de nabijheid van de woning waar ingebroken werd. Later die avond, vroeg ik [medeverdachte 9] waarom [medeverdachte 3] er ook bij was. [medeverdachte 9] zei toen dat dat was voor het geval er iets zwaars uit de woning meegenomen moest worden.
31. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 478 gevoegd bij het proces-verbaal met het dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 7] voornoemd, gesloten en getekend op 6 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven – als verklaring van [medeverdachte 2] :
Waarschijnlijk was het wel de bedoeling dat de buit van de inbraak naar [medeverdachte 5] gebracht zou worden, want we zijn na de inbraak naar de woning van [getuige 5] , waar [medeverdachte 5] ook was, gegaan.
Toen we bij [getuige 5] waren geweest, die avond van de 2e september 1998, heb ik aan [medeverdachte 9] gevraagd waarom wij naar [medeverdachte 5] toe moesten. Ik hoorde dat [medeverdachte 9] tegen mij zei: “Wat wij uit dat huis gehaald zouden hebben, moesten we naar [medeverdachte 5] brengen”.
Toen we bij de woning van [aanvrager] weggingen, zag ik [medeverdachte 5] uit de woning van [aanvrager] komen. Ik zag dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] naar het busje liepen. Ik heb gezien dat [medeverdachte 5] in het busje stapte.
U vraagt mij wat er uit de villa gestolen zou worden. Ik weet alleen dat het “mal” zou moeten zijn. Met mal bedoel ik cocaine. Er werd ook gesproken over “para”, dat betekent geld.
32. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 404 gevoegd bij het proces-verbaal met het dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door [verbalisant 15] en [verbalisant 16] , respectievelijk brigadier en hoofdagent van politie, gesloten en getekend op 11 april 1999, voor zover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [aanvrager] :
[medeverdachte 9] heeft tegen mij gezegd dat hij een huis wist waar veel geld was te halen. Ik zat toen in de auto. In de auto zaten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 8] met lange haren, [medeverdachte 9] en ik. Het gesprek ging over een paar miljoen. Ik was nieuwsgierig, dat trok mij wel aan. Daarna begonnen ze over een huis. [medeverdachte 9] zei een groot beveiligd huis. [medeverdachte 9] zei dat hij met wapens zou gaan, we zouden de mensen gijzelen. In het gesprek legde [medeverdachte 9] uit welk huis hij bedoelde. Hij bedoelde een groot huis met beveiliging. [medeverdachte 9] had het over een kluis.
Ik ging een periode om met de groep van [medeverdachte 9] , kale [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 2] . In die tijd ging ik ook om met [medeverdachte 7] .
33. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 415 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 15] en [verbalisant 16] voornoemd, gesloten en getekend op 11 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [aanvrager] :
U vraagt mij naar het voorval dat [medeverdachte 6] met pech langs de weg stond. Ik kan mij dat herinneren. Er is toen naar mijn ouders gebeld. Ik ben gegaan. Kale [medeverdachte 4] was bij [medeverdachte 6] . Ik heb de band verwisseld. Ik ben naar een Shell tankstation in Arnhem Zuid gereden. [medeverdachte 6] reed achter mij aan.
34. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 410 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door [verbalisant 3] en [verbalisant 6] , respectievelijk brigadier en hoofdagent van politie, gesloten en getekend op 11 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 4] :
Ik weet dat [medeverdachte 6] eigenaar is van een Mercedes. U vraagt mij of ik wel eens bij [medeverdachte 6] in de auto, de Mercedes, heb gezeten toen hij een lekke band kreeg. Ja, dat is wel een keer voorgekomen. Toen wij op weg naar Arnhem waren knapte de band. Ik heb toen naar de vader van [aanvrager] gebeld. Ik kreeg [aanvrager] aan de telefoon. Ik heb hem hulp gevraagd. [aanvrager] kwam om ons hulp te bieden. [aanvrager] verwisselde het wiel van de auto. U vertelt mij dat dit voorval op 2 september 1998 plaats vond.
U vraagt mij of ik mij kan herinneren of ik op de avond van het voorval van de lekke band met [medeverdachte 9] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 6] en [betrokkene 1] met de auto van [medeverdachte 6] , de Mercedes, vanuit koffiehuis [B] te Nijmegen naar de woning van [aanvrager] ben gereden. Het klopt inderdaad dat wij naar de woning van [aanvrager] zijn gereden. Ik ken [medeverdachte 7] .
35. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 286 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 7] voornoemd, gesloten en getekend op 9 maart 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 9] :
Ik ga elke dag om met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] . Ik ken de broer van [medeverdachte 2] , [aanvrager] genaamd. [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] zeiden tegen mij dat ze wisten dat [medeverdachte 8] iets met de moord op de [a-straat] te maken had. Er werd ook gezegd dat een of twee jongens uit Amsterdam met die moord te maken hadden. Ik kende al een [medeverdachte 8] . Het werd mij duidelijk dat zij [medeverdachte 8] bedoelden die eigenlijk [medeverdachte 8] heet. Ik zei tegen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] dat ik gehoord had dat [aanvrager] er iets mee te maken had.
[medeverdachte 6] ken ik via [medeverdachte 4] .
Ik hoorde van [medeverdachte 7] dat [aanvrager] en [medeverdachte 8] elkaar kennen.
[medeverdachte 7] heb ik via [aanvrager] leren kennen.
[medeverdachte 5] ken ik al jaren. De achternaam van [medeverdachte 5] is [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] kwam wel eens bij een vrouwtje. Die vrouw had twee honden. Ze heet [getuige 5] .
39. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 312 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 7] voornoemd, gesloten en getekend op 16 maart 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 8] :
Ik ken een [aanvrager] . De [aanvrager] die ik ken is een broer van [medeverdachte 2] . Zowel [aanvrager] als [medeverdachte 2] heb ik leren kennen via [medeverdachte 9] . Ik heb een keer samen met [aanvrager] in een auto gezeten. Daar waren ook [medeverdachte 9] , [medeverdachte 4] .
Ik heb wel eens bij [medeverdachte 6] in de auto gezeten. De auto van [medeverdachte 6] is een Mercedes. [medeverdachte 3] is een hele goede vriend van [aanvrager] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 4] . [medeverdachte 3] verblijft in Amsterdam.
[medeverdachte 9] heeft vaak een wapen.
40. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 481 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 27 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 5] :
Ik kan mij herinneren dat ik in de maanden juli of augustus 1998 met [medeverdachte 9] gesproken heb over het omzeilen van een alarmbeveiliging en over hoe je een kluis zou kunnen openen.
Ik zei [medeverdachte 9] toen dat ik een kluis los zou krijgen.
41. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 326 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 18 maart 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 5] :
Op de avond van 2 september 1998 was ik in de woning van [getuige 5] te Arnhem. De mij bekende [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] kwamen in de woning van [getuige 5] . Naar mijn weten was er nog een derde persoon bij, dat was de kale Turk, genaamd [medeverdachte 4] .
Ik hoorde dat [medeverdachte 2] zei: “In dat vrijstaande huis was geen geld te krijgen.”
42. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 328 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 20 maart 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 5] :
[medeverdachte 9] gaat meestal zelf mee om iets te plegen. Er doen er dan nog wel meer mee, zoals [medeverdachte 8] , [medeverdachte 2] , ik en de kale [medeverdachte 4] . Ik spreek dan over de periode juni, juli, augustus en september. [medeverdachte 9] heeft dan meestal het idee wat er gedaan moest worden.
Van mij heeft hij de kennis nodig om in te breken. Vaak gaat het om de positie van het huis, ik bedoel de ligging, danwel ligt het uit het zicht. Zijn er buren. Zijn de mensen thuis, ligt er daadwerkelijk geld enz. Is het mogelijk om er bijvoorbeeld aan de achterzijde bij te komen. [medeverdachte 9] zei dan ook wel dat er een wapen meegenomen moest worden. Mocht er iemand aangetroffen worden in de woning dan zei [medeverdachte 9] ... (Opmerking verbalisanten: [medeverdachte 5] maakt een beweging met zijn hand alsof hij een vuurwapen afdrukt)
43. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 335 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door [verbalisant 18] , inspecteur van politie en de verbalisant [verbalisant 4] voornoemd, gesloten en getekend op 22 maart 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 5] :
Ik wil toevoegen dat [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] , voordat ze iets wilden gaan doen, ik bedoel daarmee observeren en inbreken, daarvoor enkele weken de tijd namen.
44. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 487 gevoegd bij het proces-verbaal met dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] voornoemd, gesloten en getekend op 27 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven -:
als relaas van verbalisanten:
Wij toonden [medeverdachte 5] een foto met daarop afgebeeld [betrokkene 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
als verklaring van [medeverdachte 5] :
De persoon op de foto die u mij toont ken ik. Ik zag hem in de woning van [getuige 5] . Dat was op de avond toen [medeverdachte 9] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] daar binnenkwamen. [medeverdachte 9] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en de persoon op de foto zijn daar kort gebleven.
45. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 407 gevoegd bij het proces-verbaal met het dossiernummer 09-006422 - opgemaakt door [verbalisant 13] en [verbalisant 14] , beiden hoofdagent van politie, gesloten en getekend op 11 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 7] :
In de periode van begin augustus 1998 tot en met eind november 1998 heb ik omgang gehad met [medeverdachte 9] en [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [aanvrager] . Ik was een beetje chauffeur voor [aanvrager] en [medeverdachte 9] . Door [aanvrager] ben ik in contact gekomen met [medeverdachte 9] en zijn vrienden. Ik weet dat [medeverdachte 9] met zijn achternaam [medeverdachte 9] heet. [aanvrager] en [medeverdachte 2] heten met hun achternaam […] .
46. een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 408 gevoegd bij proces-verbaal met het dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 14] voornoemd, gesloten en getekend op 11 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 7] :
Ik heb wel eens gezien dat [aanvrager] een oude verroeste revolver bij zich had. Ook [medeverdachte 9] had een wapen. Het was een groot wapen.
49. een geschrift, zijnde een fotocopie van een ambtsedig proces-verbaal - als bijlage 453 gevoegd bij het proces-verbaal met het dossiernummer 98-006422 - opgemaakt door de verbalisanten [verbalisant 15] en [verbalisant 16] voornoemd, gesloten en getekend op 19 april 1999, voorzover inhoudend - zakelijk weergegeven - als verklaring van [medeverdachte 7] :
U vraagt mij wie ik op 2 september 1998 gezien heb. Ik heb gezien [aanvrager] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 9] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en vermoedelijk [medeverdachte 6] en de vriend van [medeverdachte 6] , die “pief” uit Amsterdam.
50. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof van 14 juni 2000, voorzover inhoudend als verklaring van de getuige [verbalisant 18] :
Het is mij bekend dat er plafondschilderingen in de koepeltjes op het viaduct waren.
51. het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof van 31 oktober 2000, voorzover inhoudend als verklaring van de getuige [verbalisant 4] :
Met betrekking tot het verhaal van [medeverdachte 6] over de beschilderde koepeltjes moet ik zeggen dat hij daar daadwerkelijk gelopen moet hebben, anders had hij dat niet kunnen zien.”