ECLI:NL:HR:2021:587

Hoge Raad

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
15 april 2021
Zaaknummer
20/03383
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen beschikking inzake ontslag bewindvoerder

In deze zaak heeft [rechthebbende], wonende te [woonplaats], een verzoek tot cassatie ingediend tegen de beschikking van het hof. De beschikking betreft het verzoek tot ontslag van de bewindvoerder, waarbij gewichtige redenen aan de orde zijn gesteld. De advocaat van [rechthebbende], J.H.M. van Swaaij, heeft het cassatierekest ingediend, dat aan de beschikking is gehecht. De bewindvoerder, handelend onder de naam [A] en gevestigd te [vestigingsplaats], is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend.

De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers gevolgd, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad verwijst voor het procesverloop naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Overijssel en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.

Uiteindelijk heeft de Hoge Raad op 16 april 2021 het beroep verworpen. Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek en C.H. Sieburgh, en is in het openbaar uitgesproken door raadsheer M.J. Kroeze.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/03383
Datum16 april 2021
BESCHIKKING
In de zaak van
[rechthebbende],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: [rechthebbende],
advocaat: J.H.M. van Swaaij,
tegen
[de bewindvoerder] handelend onder de naam [A],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERDER in cassatie,
hierna: de bewindvoerder,
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
de beschikking in de zaak 8045211 BM VERZ 19-2172 van de rechtbank Overijssel van 6 december 2019;
de beschikking in de zaak 200.275.816 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 juli 2020.
[rechthebbende] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De bewindvoerder heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [rechthebbende] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, T.H. Tanja-van den Broek en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
16 april 2021.