ECLI:NL:HR:2021:529

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 april 2021
Publicatiedatum
8 april 2021
Zaaknummer
20/00002
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over tijdigheid van verzet tegen verstekvonnis en bekendheid van veroordeelde

In deze zaak heeft eiseres, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De gezamenlijke erfgenamen van wijlen [betrokkene 1] waren in deze procedure verweerders en zijn niet verschenen. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld naar aanleiding van de klachten die door eiseres zijn ingediend. De advocaat van eiseres, M.E. Bruning, heeft de zaak toegelicht en gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent, die tot verwerping van het cassatieberoep strekte.

De Hoge Raad verwijst in zijn beoordeling naar eerdere vonnissen van de rechtbank Noord-Nederland en een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De Hoge Raad heeft de klachten van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In zijn beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van eiseres verworpen en haar veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van de gezamenlijke erfgenamen van [betrokkene 1] zijn begroot op nihil. Dit arrest is uitgesproken op 9 april 2021 door de vicepresident en raadsheren van de Hoge Raad.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/00002
Datum9 april 2021
ARREST
In de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
EISERES tot cassatie,
hierna: [eiseres],
advocaat: M.E. Bruning,
tegen
de gezamenlijke erfgenamen van wijlen [betrokkene 1],
bij leven wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna: de gezamenlijke erfgenamen van [betrokkene 1],
niet verschenen.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/19/116472/HA ZA 16-203 van de rechtbank Noord-Nederland van 16 november 2016;
het vonnis in de zaak C/19/120008/HA ZA 17-172 van de rechtbank Noord-Nederland van 8 augustus 2018;
het arrest in de zaak 200.249.768/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 1 oktober 2019.
[eiseres] heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Tegen de gezamenlijke erfgenamen van [betrokkene 1] is verstek verleend.
De zaak is voor [eiseres] toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de gezamenlijke erfgenamen van [betrokkene 1] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.J. Kroeze op
9 april 2021.