2.2Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“1. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt proces-verbaal van bevindingen ‑ gevoegd bij proces-verbaalnummer 2015093115 (blz. 42 e.v.) - gesloten op 23 februari 2015, proces-verbaalnummer PL0600-20159093115-4, door [verbalisant 2] , inspecteur van politie, en [verbalisant 1] , brigadier van politie, houdende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisanten of één hunner:
Samenvatting boete-inning
Parketnummer : 21-001371-07
Zaak : arrestatiebevel - Wet Terwee
Datum arrestatiebevel : 23-01-2015
Datum veroordeling : 04-02-2008
Bedrag sanctie : € 38.635,28
Bedrag verhogingen : € 7.745,06
Bedrag betaald : € 19.300,--
Te betalen : € 27.080,34
Sanctie hechtenis : 112 dagen
2. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt proces-verbaal van verdenking ‑ gevoegd bij proces-verbaalnummer 2015093115 (blz. 33) - gesloten op 12 maart 2015, door [verbalisant 3] , brigadier van politie, houdende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant:
Deze schadevergoeding houdt verband met een onherroepelijke veroordeling van [verdachte] op 4 februari 2008 (hof: door het gerechtshof Arnhem) met betrekking tot de Opiumwet.
3. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt proces-verbaal van bevindingen ‑ gevoegd bij proces-verbaalnummer 2015093115 (blz. 40) - gesloten op 23 februari 2015, proces-verbaalnummer PL0600-20159093115-2, door [verbalisant 1] , brigadier van politie, houdende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant:
Op 23 februari 2015, te 15.10 uur, ben ik in verband met een openstaande boete, parketnummer 21-001371-07, ad € 27.080,34, bij [verdachte] , wonende te [plaats] , [a-straat 1] , aan de deur geweest. Ik wilde betrokkene aanzeggen dat hij deze boete zo spoedig mogelijk moest gaan betalen en dat hij anders een keer aangehouden zal worden.
Na aankloppen opende betrokkene de voordeur.
Nadat hem was verteld wat de komst van mij was hoorde ik dat hij mij uitnodigde om binnen te komen. Hij zei dat hij het geld al klaar had liggen. Ik ben samen met hem de woning binnen gegaan en in de woonkamer vertelde hij het geld te gaan ophalen. Ik zag dat hij de keuken in liep en terug kwam met een vierkant blik. Ik hoorde dat hij zei: “kijk hier heb ik het geld”. Ik zag dat hij het deksel van het blik haalde. Ik zag dat er veel briefgeld in zat. Ik hoorde dat hij zei: “dit is al het geld dat ik moet betalen, tot op de cent nauwkeurig”. Hierop heb ik samen met [verdachte] het geld geteld.
Ik telde (aan papier geld) totaal € 27.080,--. Ook zag ik dat er 34 cent aan kleingeld in het blik lag.
4. de op 5 oktober 2016 door [verbalisant 1] bij de rechter-commissaris strafzaken afgelegde verklaring, inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Wij hebben geen kwitantieboekje bij ons. Wij bellen dan (hof: als er betaald wordt) naar het bureau of er iemand met een kwitantieboekje kan komen of vragen of degene die moet betalen meegaat naar het bureau om daar de kwitantie te laten maken.
In dit geval heb ik, toen ik bij [verdachte] in de woning was, mijn chef [verbalisant 2] gebeld wat ik moest doen omdat het zoveel geld was. Hij zei neem hem maar op vrijwillige basis mee naar het bureau, dan gaan we het daar verder afhandelen.
Ik heb het geld in mijn eigen auto meegenomen naar het bureau. [verdachte] is in zijn auto achter mij aangereden.
5. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt proces-verbaal van bevindingen ‑ gevoegd bij proces-verbaalnummer 2015093115 (blz. 42 e.v.) - gesloten op 23 februari 2015, proces-verbaalnummer PL0600-20159093115-4, door [verbalisant 2] , inspecteur van politie, en [verbalisant 1] , brigadier van politie, houdende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisanten of één hunner:
Op 23 februari 2015, omstreeks 15.45 uur, nam [verdachte] plaats in de ophoudkamer. Gedurende zijn oponthoud werd hem een aantal dingen gevraagd om het op een juiste wijze af te handelen.
6. de op 5 oktober 2016 door [verbalisant 2] bij de rechter-commissaris strafzaken afgelegde verklaring, inhoudende - zakelijk weergegeven - :
Wij zaten destijds in de oude brandweer kazerne in Enschede waar twee ophoudkamers waren en een beperkt aantal spreekkamers die toen bezet waren voor het opnemen van aangiftes.
Ik ben met [verbalisant 1] naar de ophoudkamer gelopen waar [verdachte] zich bevond. Een ophoudkamer is eigenlijk een cel. [verdachte] was op dat moment niet gefouilleerd en had al zijn spullen bij zich. Op dat moment was [verdachte] nog betrokkene.
Ik deed het woord in de ophoudkamer. Naar aanleiding van een en ander heb ik gezegd dat ik wilde overleggen. Ik heb gebeld met de financiële recherche. Die hebben overlegd met de officier van justitie en men zei mij toen: “Maak hem maar verdachte en houd hem maar aan”. Het is toen geweest dat wij de kwitantie van hem terug hebben gekregen of terug hebben gepakt.
7. een op de bij de wet voorgeschreven wijze opgemaakt proces-verbaal van bevindingen ‑ gevoegd bij proces-verbaalnummer 2015093115 (blz. 290) - gesloten op 26 februari 2015, proces-verbaalnummer PL0600-20159093115-15, door [verbalisant 1] , brigadier van politie, houdende - zakelijk weergegeven - het relaas van verbalisant:
Ik dacht dat [verdachte] in de woning, dus voordat hij werd aangehouden, vertelde dat het (geld) afkomstig was van andere mensen. Hij zei: “Ik heb het geld van her en der” of woorden van gelijke strekking.”