Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
(i) de verdachte bij arrest van 16 februari 2017 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde en hij beroep in cassatie heeft ingesteld;
(ii) de Hoge Raad bij zijn arrest van 13 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2094, dit arrest van het hof heeft vernietigd maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ter zake van het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging, met terugwijzing van de zaak naar het hof, “opdat de zaak in zoverre op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan”;
(iii) het hof, dat na terugwijzing door de Hoge Raad heeft geoordeeld, de verdachte ter zake van feit 2 heeft ontslagen van alle rechtsvervolging en op grond van artikel 423 lid 4 Sv de straf voor het onder 1 bewezenverklaarde (hierna: feit 1) heeft bepaald op een taakstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
3.Beslissing
6 april 2021.