Uitspraak
wonende te [woonplaats],
wonende te [woonplaats],
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
26 maart 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de vrouw, wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De vrouw verzocht om een verlaging van de kinderalimentatie met terugwerkende kracht, alsook om een terugbetalingsverplichting en verrekening met toekomstige alimentatietermijnen. De man, wonende te [woonplaats], is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De Hoge Raad heeft de conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers gevolgd, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft op 26 maart 2021 besloten het beroep te verwerpen.