Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
23 maart 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 23 maart 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De verdachte, die in Litouwen woont, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken voor het medeplegen van een poging tot diefstal door middel van braak. Het hof had overwogen dat de tenuitvoerlegging van een taakstraf in Litouwen 'vooralsnog niet realiseerbaar lijkt', wat leidde tot de beslissing om een gevangenisstraf op te leggen. De Hoge Raad herhaalt echter dat de enkele omstandigheid dat de verdachte in een andere EU-lidstaat woont, niet in de weg staat aan de oplegging van een taakstraf. De Hoge Raad oordeelt dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom een gevangenisstraf passend zou zijn, gezien de mogelijkheid van een taakstraf in Nederland. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de strafoplegging, en wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam voor herbehandeling van de straf.