2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als de verklaring van [slachtoffer] , p. 8-9:
Op vrijdag 04 november 2011, omstreeks 06.30 uur heb ik mijn woning gevestigd op de [a-straat 1] te [plaats] geheel afgesloten en onbeschadigd achter gelaten. Nadat ik de woning had afgesloten ben ik naar mijn werk gegaan in [plaats] . Op vrijdag 04 november 2011, omstreeks 13.07 uur kreeg ik een sms afkomstig van mijn ex-vriendin [betrokkene 1] . Haar voornaam is [betrokkene 1] en zij stuurde mij het bericht met de volgende tekst: ‘Op advies van mijn advocaat heb ik mij toegang verschaft tot mijn eigen woning om enkel en alleen de inboedel vast te leggen. Mocht je daarover vragen hebben dan kun je mijn advocaat bellen’. Ik dacht meteen wat is er nu weer aan de hand. Ik heb toen eerst de politie gebeld en gevraagd om te gaan kijken bij mijn woning op de [a-straat 1] te [plaats] . Ik ben omstreeks 13.30 uur dezelfde dag terug gebeld door de politie Groesbeek en deze gaven aan dat de onderste ruit van de voordeur opengebroken was. En op de plaats waar de ruit had gezeten was een vezelplaat aan de binnenkant en buitenkant bevestigd.
2. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte, voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als de verklaring van [slachtoffer] , p. 51:
Op donderdag 1 december 2011 omstreeks 12.00 uur kwam ik thuis bij mijn woning. Ik zag vanaf de parkeerplaats dat mijn ex-vrouw en een man boven op de galerij liepen van het appartementencomplex.
(...)
Ik ben toen snel naar mijn woning gegaan.
Aangekomen bij mijn woning zag ik dat de voordeur vernield was. Het slot was vernield, een voorzet plaat onder in de deur was vernield en de sponning. De voordeur stond open. [verdachte] en [betrokkene 1] stonden voor de deur op de galerij. Ik zag dat de man die ik eerder zag [verdachte] geweest moest zijn.
We zeiden niets tegen elkaar. Ik loop langs hun mijn woning binnen.
(...)
Ik heb toen direct de politie en mijn advocaat gebeld.
Ik zag dat [betrokkene 1] en [verdachte] weer de woning in wilden lopen.
(...)
Ik heb toen vervolgens [betrokkene 1] en [verdachte] uit de woning geduwd. Ik heb vervolgens de deur dichtgeduwd en de knippen op de deur gedaan.
3. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als de verklaring van verdachte
p. 38-39.
V: Je zou in de woning aan de [a-straat 1] te [plaats] binnen zijn geweest zonder toestemming van de bewoner [slachtoffer] .
A: Dat was op 04 november 2011. Het was rond een uur of 12.00.
(...)
V : Wie is [slachtoffer] ?
A: Dat is de ex-vriend van mijn vriendin [betrokkene 1] . [slachtoffer] woont in een huis aan de [a-straat 1] te [plaats] . (...) [slachtoffer] is blijven wonen in die woning nadat hun relatie was beëindigd.
(...)
V: Je hebt het steeds over “we”. Wie zijn “we”?
A: [betrokkene 1] , mijn vriendin.
V: Hoe zijn jullie naar binnen gegaan?
A: Ik heb het onderste raampje van de voordeur ingetikt. Vervolgens is [betrokkene 1] naar binnen gegaan via het gebroken raam en heeft zij de deur van het slot gehaald van binnen uit. Toen zijn we door de woning gegaan om te fotograferen en te filmen.
4. Het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor verdachte
voor zover inhoudende - zakelijk weergegeven - als de verklaring van verdachte
p. 82-:
A: Vandaag, 1 december 2011, ben ik met [betrokkene 1] naar haar woning gegaan, [a-straat 1] te [plaats] , die bewoond wordt door [slachtoffer] .
(...) Ik heb al eerder een raampje geforceerd van de voordeur van deze woning. Ik dacht nu opnieuw binnen te kunnen komen via dat plaatje wat ik er destijds tegen aan had geschroefd. Ik wilde geen schade maken. Aangekomen bij de woning bleek dat [slachtoffer] aan de achterkant van de woning platen en metalen beugels en strippen had gemonteerd. Kennelijk om te voorkomen dat we binnen konden komen. (...) Ik heb toen de voordeur ingetrapt.
V: Hoe heb je dat gedaan?
A: Ik deed dit met mijn rechter voet. Ik had toen schoenen aan.
V: Waar heb je tegen de deur aan getrapt?
A: Iedere deur heeft een zwak punt. Gewoon tegen de deur.
V: En toen?
A: Ik ben toen naar binnen gegaan met [betrokkene 1] .”
2.2.3Het hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring verder het volgende overwogen:
“De verdachte heeft aangegeven dat het huis eigendom van zijn vriendin, [betrokkene 1] , was. Hij vindt dat hij daardoor geen toestemming nodig heeft van [slachtoffer] om de woning te betreden.
Het hof overweegt als volgt. Het feit dat [slachtoffer] niet de eigenaar van de woning was maar de vriendin van verdachte betekent niet zonder meer dat verdachte zich zonder toestemming van [slachtoffer] toegang tot de woning kon verschaffen. Uit het dossier blijkt dat [slachtoffer] de woning huurde van [betrokkene 1] en het betreden van de woning zonder de toestemming van [slachtoffer] is derhalve wederrechtelijk.”