In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) [eiser] is vanaf omstreeks 1997 actief geweest als zelfstandig assurantieadviseur. Zijn onderneming is failliet gegaan. In 2013 is [eiser] ook privé in staat van faillissement verklaard met benoeming van [betrokkene 1] tot curator. Mr. R. Arnoldus is de opvolger van [betrokkene 1] (beiden hierna: de curator).
(ii) Ten tijde van het uitspreken van zijn faillissement was [eiser] verzekeringnemer, verzekerde en begunstigde van onder meer twee sommenverzekeringen bij:
- Reaal, met polisnummer [001] (hierna: de Reaal-polis),
- Delta Lloyd, met polisnummer [002] (hierna: de Delta Lloyd-polis).
(iii) Op 3 april 2013 heeft de curator aan [eiser] een e-mail gestuurd met onder meer de volgende inhoud:
“Geachte heer [eiser],
Ik tref 2 beleggingsverzekeringen aan, beide bij Delta Lloyd:
- [002];
- [005].
(…)
Ik wil tot afkoop van de eerste polis overgaan. Ik neem aan dat u geen bezwaar daartegen heeft?”
(iv) Eveneens op 3 april 2013 heeft [eiser] daarop geantwoord, door de e-mail van de curator terug te sturen en daarin met groene letters zijn reactie te typen. Direct na de zin: “Ik wil tot afkoop van de eerste polis overgaan. Ik neem aan dat u geen bezwaar daartegen heeft? ” heeft [eiser] geantwoord:
“Heb ik een keuze?
Bij afkoop van [002] zal de waarde tegen 52% belast worden en daarnaast extra belast met revisie rente (20% over de ingelegde premies), omdat hij niet gebruikt wordt voor het doel waarvoor hij is aangegaan (lijfrente uitkering).
De waarde wordt dus vrijwel geheel wegbelast.
Zijn er mogelijkheden om de polis in stand te houden?
Bovenstaande geldt ook voor de lijfrente verzekering bij Reaal (polisnr [001]) (…).”
(v) Op 19 april 2013 zond [eiser] een e-mail aan de curator met informatie en vragen, onderverdeeld in alinea’s met vetgedrukte kopjes, waaronder:
“
Mbt afkoop/overname polissen
Graag wil ik met u afstemmen welke keuzes/mogelijkheden er zijn.”
(vi) Op 21 april 2013 zond de curator aan [eiser] een e-mail met als onderwerp “Afkoop/overname polissen” waarin stond:
“Geachte heer [eiser],
U verzocht mij per e-mail d.d. 19/4/’13 om af te stemmen welke mogelijkheden er zijn tot overname/afkoop van polissen. Ik neem aan dat u de Delta Lloyd-polissen bedoelt?
Wie wil de polissen overnemen?”
(vii) Op deze e-mail heeft [eiser] geantwoord bij e-mail van 22 april 2013, als volgt:
Geachte [betrokkene 1],
Wat ik wil bespreken is of het mogelijk is om de lijfrente polissen (…) (mijn opgebouwde pensioen) over te nemen door de afkoopwaarde (na aftrek van belasting) over te maken naar de boedelrekening.
Het te betalen bedrag ben ik verschuldigd aan degene welke de afkoopwaarde betaald heeft. Wat ik wil voorkomen is dat een crediteur daarna weer beslag legt op deze lijfrente polissen (…).
De lijfrente polissen (…) staan op mijn naam en deze kunnen namelijk niet op een andere naam gezet worden om dit te voorkomen.
Het betreft de volgende lijfrente polissen (…), de geschatte bruto waarde per 5-2-2013 is:
Reaal lijfrente verzekering: [001] 74.500
Delta Lloyd lijfrente verzekering [002] 36.500
(…)
Op deze bruto waarde wordt bij afkoop 52% belasting en 20% revisierente ingehouden, zodat ‘slecht’ 28% netto uitkering resteert.
Concrete vraag:
Gaat u akkoord als een derde 28% van de bruto waarde overmaakt van de lijfrente
polissen (…) op een door u opgegeven rekening (…) en
kunt u ervoor zorgdragen dat de crediteuren daar dan geen aanspraak meer op kunnen maken.
Hoor graag van u.”
(viii) Op 23 april 2013 zond de curator aan [eiser] een e-mail, met als onderwerp “afkoop Delta Lloyd polis [002]”, en met de volgende inhoud:
“Geachte heer [eiser],
(...) Ik ben voornemens het voorstel tot afkoop, na te vragen en te verkrijgen toestemming R.C., te accepteren tegen ontvangst van 48% over € 38.750,- = € 18.600,- (i.p.v. 28% zoals u voorstelde).
Wenst de derde voor dat bedrag de polis over te nemen?”
(ix) Eveneens op 23 april 2013 antwoordde [eiser] daarop met een e-mail met onder meer de volgende inhoud:
“Concrete vraag (ook gesteld in mijn e-mail van 22 april):
Gaat u akkoord als een derde 28% van de bruto waarde overmaakt van de lijfrente polissen (…) op een door u opgegeven rekening en kunt u er voor zorgdragen dat de crediteuren dan geen aanspraak meer kunnen maken op de waarde van deze lijfrentepolissen (Reaal lijfrente verzekering [001] & Delta Lloyd polis [002] ) (…).
Mijn voorkeur gaat uit naar overname, zodat ik nog een pensioenvoorziening behoud.”
(x) Op 2 mei 2013 heeft tussen de curator en [eiser] een bespreking plaatsgevonden waarbij ook de Reaal-polis en de Delta Lloyd-polis aan de orde zijn geweest. Bij brief van 6 mei 2013 schreef de curator daarover onder meer aan [eiser]:
“Deels heeft u gelden belegd in oudedagsvoorzieningen. Wij hebben het onder andere gehad over de eerder gewisselde e-mailcorrespondentie met betrekking tot afkoop van het bedrag bij Delta Lloyd ad € 38.750,00. (...)
U deelde mee dat ofwel uw echtgenote, danwel een broer de polis wilde overnemen.
Met betrekking tot uw vraag of de crediteuren, indien één van hen beiden tot aankoop van de polis overgaat, toch niet bij u kunnen “aankloppen”, heb ik u verwezen naar de advocaat van uw echtgenote danwel de advocaat van uw broer. Ik doe daarover geen uitspraken. Afgesproken is in ieder geval dat u een overzicht maakt op basis van alle “investeringen” van bedragen bij verzekeringsmaatschappijen of financiële instellingen met betrekking tot uw oudedagsvoorziening, en of deze al dan niet afkoopbaar zijn, en zo ja, of uw echtgenote/broer tot overname ervan wenst over te gaan.”
(xi) Bij brief van 7 mei 2013 heeft [eiser] aan de curator onder meer geantwoord:
“Geachte [betrokkene 1],
Hierbij mijn opmerkingen/aanvullingen aangaande uw verslag van 6 mei 2013 van onze bespreking op donderdag 2 mei 2013 14.00 uur. (...)
1 Overdracht levensverzekeringen.
Aangegeven is dat u als curator mee wil werken aan de overdracht van de bestaande levensverzekeringen. De poliswaarde na aftrek van de belasting zal worden overgemaakt.
(...)
De volgende polissen komen voor overdracht in aanmerking:
Soort Maatschappij polis nummer waarde belasting overname bedrag
lijfrente Reaal [001] € 91.500 52% € 43.920
lijfrente Delta Lloyd [002] € 38.700 52% € 18.600
(…)
Voorstel:
Graag willen wij bovenstaande polissen overnemen tegen betaling van het berekende overname bedrag, nadat de begunstiging is gewijzigd (…).
Indien u akkoord gaat verneem ik graag van u op welke bankrekeningnummer de overname bedragen gestort dienen te worden en zal ik de verzekeraars verzoeken de genoemde wijzigingen door te voeren.”
(xii) Bij brief van 22 mei 2013 heeft de curator aan de rechter-commissaris toestemming verzocht voor overdracht van de twee onder (ii) genoemde polissen aan de echtgenote van [eiser], [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]). De brief vermeldt onder meer:
“De echtgenote van [eiser], [betrokkene 2], heeft een bod gedaan om de (…) polissen over te nemen voor de bedragen die ik anders ook van de maatschappijen zou ontvangen, derhalve € 43.920,00 + € 18.600 (…).
[eiser] ziet zo een mogelijkheid om een stuk pensioen zeker te stellen.
Ik zie geen mogelijkheden om meer te ontvangen voor desbetreffende polissen.
Vandaar verzoek ik u om toestemming om tot verkoop en levering van de (…) voorgenoemde polissen (…) over te gaan aan [betrokkene 2].”
(xiii) De rechter-commissaris heeft toestemming verleend zoals door de curator verzocht. De curator heeft vervolgens bij e-mail van 28 mei 2013 aan [eiser] het volgende geschreven:
“Ik heb inmiddels de toestemming van de R.C. ontvangen.
Ik accepteer hierbij de bieding van uw echtgenote (…).
Vandaar dat Mr Arends in de cc staat.
Graag overleg ik met u(w echtgenote/Mr Arends) omtrent de verdere wijze van afwikkeling.
(...)”
(xiv) In een e-mail van 27 juni 2013 heeft mr. Arends onder meer het volgende aan de curator geschreven:
“Cliënte is bereid het door u genoemde bedrag te betalen, indien dan nu op de kortst mogelijke termijn kan worden geschakeld. (...)”
(xv) In een e-mail van 22 juli 2013 heeft [eiser] aan mr. Arends geschreven:
“Ondanks het feit dat het problemen geeft om het geld in de SEB-polis vrij te krijgen, heeft [betrokkene 2] toch besloten om het totale bedrag € 131.203, over te maken op jullie bankrekening.
Wat er nu geregeld moet worden is dat [betrokkene 2] gemachtigd wordt om te tekenen voor mij als verzekeringsnemer (...)”
(xvi) Op of omstreeks 1 augustus 2013 heeft [betrokkene 2] voor de Reaal-polis een bedrag van € 43.920,-- en voor de Delta Lloyd-polis een bedrag van € 18.600,-- overgemaakt op de boedelrekening.
(xvii) De curator heeft [betrokkene 2] bij machtigingen van 1 augustus 2013 ten aanzien van beide polissen gemachtigd om voor van [eiser] te tekenen. [betrokkene 2] heeft de Reaal-polis en de Delta Lloyd-polis vervolgens doen afkopen.