ECLI:NL:HR:2021:1986
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet digitale indiening
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een cassatieberoep dat was ingesteld door J.H. Weermeijer te Eindhoven. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak op verzet van de Rechtbank Noord-Holland van 7 augustus 2020, met nummer HAA 19/4898 V. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat het cassatieberoep niet ontvankelijk is, omdat het beroepschrift niet digitaal was ingediend, terwijl dit wel verplicht was volgens de regelgeving die van toepassing was op het moment van indiening. De indiener, een beroepsmatig optredende rechtsbijstandverlener, had het beroepschrift op 16 september 2020 per fax ingediend, maar had geen gevolg gegeven aan een verzoek van de griffier om het beroepschrift binnen zes weken digitaal in te dienen via het webportaal van de Hoge Raad. De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie onderzocht en geconcludeerd dat de indiener niet aan de vereisten heeft voldaan. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen. Het arrest is openbaar uitgesproken en de beslissing is dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wordt verklaard.