Uitspraak
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
24 december 2021.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2021 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van betrokkene, die woonachtig is in [woonplaats]. Betrokkene had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland, die op 29 april 2021 was gegeven in de zaak C/05/386709/ FA RK 21-1330. De officier van justitie, die als verweerder in cassatie was aangemerkt, is niet verschenen en heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal G. Snijders was om het cassatieberoep te verwerpen. De advocaat van betrokkene heeft schriftelijk op deze conclusie gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van betrokkene over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking. Het was niet nodig om te motiveren waarom dit oordeel was gegeven, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen, waarmee de beschikking van de rechtbank Gelderland in stand bleef. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff.