ECLI:NL:HR:2021:1950

Hoge Raad

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
22 december 2021
Zaaknummer
20/01019
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad door printerfabrikant met dynamische beveiliging in inktpatronen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 december 2021 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Stichting 123inkt-Huismerk Klanten en HP c.s. De Stichting heeft cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de vraag centraal stond of HP onrechtmatig handelt door in zijn printers software met dynamische beveiliging te installeren. Deze software zorgt ervoor dat inktpatronen van andere leveranciers worden geweigerd of foutmeldingen opleveren. De Stichting, vertegenwoordigd door advocaat H.J.W. Alt, heeft in deze procedure een collectieve actie ingesteld op basis van artikel 3:305a (oud) BW. HP c.s., bestaande uit HP Nederland B.V. en HP Inc., hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld, vertegenwoordigd door advocaat A.M. van Aerde.

De Hoge Raad heeft de klachten van beide partijen beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van de Stichting verworpen en de Stichting veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De kosten aan de zijde van HP c.s. zijn begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak is voldaan. Ook HP c.s. zijn veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de Stichting, begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, eveneens vermeerderd met wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na de uitspraak is voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer20/01019
Datum24 december 2021
ARREST
In de zaak van
STICHTING 123INKT-HUISMERK KLANTEN,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie, verweerster in het incidentele cassatieberoep,
hierna: de Stichting,
advocaat: H.J.W. Alt,
tegen
1. HP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
2. de rechtspersoon naar vreemd recht HP INC.,
gevestigd te Palo Alto, Californië, Verenigde Staten van Amerika,
VERWEERSTERS in cassatie, eiseressen in het incidentele cassatieberoep,
hierna gezamenlijk: HP c.s.,
advocaat: A.M. van Aerde.
1. Procesverloop
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
het vonnis in de zaak C/13/620175/ HA ZA 16-1241 van de rechtbank Amsterdam van 27 december 2017;
het arrest in de zaak 200.237.056/01 van het gerechtshof Amsterdam van 17 december 2019.
De Stichting heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
HP c.s. hebben incidenteel cassatieberoep ingesteld.
Partijen hebben over en weer een verweerschrift tot verwerping van het beroep ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor de Stichting mede door Th.C.J.A. van Engelen en voor HP c.s. mede door N.M. Bilderbeek.
De conclusie van de Advocaat-Generaal in buitengewone dienst F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het principaal en incidenteel cassatieberoep.

2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
in het principale beroep:
  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt de Stichting in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van HP c.s. begroot op € 902,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien de Stichting deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan;

in het incidentele beroep:

  • verwerpt het beroep;
  • veroordeelt HP c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op € 68,07 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien HP c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer H.M. Wattendorff op
24 december 2021.